Geschiedenis van Dieteren, volgens Wil Schulpen

Welkom bij geschiedenis Dieteren volgens "Gastauteur": Wil Schulpen

Dieteren

De geschiedenis van Dieteren is nauw verweven met die van heerlijkheid en kerspel Susteren, waarvan het deel uit maakte. Waar de oorsprong van het dorp ligt is niet duidelijk. Toch mogen we aannemen dat de Koppelberg een belangrijk rol hierbij heeft gespeeld. In de buurt van dit motte-kasteel is Dieteren wellicht ontstaan. We kunnen het ontstaan dan ook plaatsen in de 11e – 12e eeuw, de tijd dat ook de eerste kernen van Susteren, Born en Sittard vermoedelijk vorm kregen.

In deze periode groeide de bevolking in onze streken sterk en er werden nieuwe gronden in gebruik genomen: Dieteren ligt in een gebied dat bij zeer hoog water van de Maas nog onderstroomde. Sinds de aanleg van het Julianakanaal in 1926 kan dit niet meer.

De familienaam van Dieteren en de Heren van Dieteren

In het historisch verhaal van Dieteren speelde deze adellijke familie een overheersende rol. Men ging zelfs zover dat men de Heerlijkheid Dieteren beschouwde als een aaneengesloten gebied omgeven door grondgebied van Susteren en met Dieteren als centrale plaats: Een Gelderse enclave binnen het Gulikse (Susteren). Enerzijds ontbreken hiervoor de gegevens en anderzijds is het een geografische onmogelijkheid.

De Heer van Dieteren blijkt in 1260 één-derde van de rechten op Susteren in het bezit te hebben. Dit toont ons dat er oude binding van het Huis van Dieteren met Susteren is en dat het daarom aannemelijk is dat de familie haar naam te danken heeft aan een boerderij of wat dan ook dat Dieteren werd/ wordt genoemd.

Het is niet waarschijnlijk dat de motte-kasteel, waarvan wij het overblijfsel de Koppelberg noemen, vroeger een Dieteren naam heeft gehad, gezien het feit dat al zeer vroeg de Koppelhof genoemd wordt

Een volksoverlevering verbindt de familie aan een oude hoeve, die gelegen moet hebben op een veld met de naam Aldenhof (=Oude Hof). Echter er is geen historische bron of oudheidkundige vondst die dit verhaal onderbouwt.

We moeten helaas concluderen dat we wat betreft de herenhoeve c.q. een burcht, waaraan de Heren van Dieteren hun naam ontleenden, nog geheel in het duister tasten.

De naam Dieteren

G. van den Bergh schreef in 1985: "Zo vaak reeds is geprobeerd een verklaring te geven voor de plaatsnaam Dieteren dat alleen dat al een aanwijzing is dat deze niet zomaar voor de hand ligt. Het is dan ook met grote schroom dat ik aan al deze ophelderingen er nog een toevoeg." Hij verklaarde vanuit het oud-Germaans Dieteren als "een plaats, geschikt voor verzameling van het volk".

Deze verklaring heeft geen raakpunten met hetgeen we landschappelijk rondom Dieteren kunnen waarnemen. Vaak ontleent een burcht, klooster of hoeve, waar toch iedere plaats mee begint, zijn naam aan iets landschappelijks: water, bos, broek enz.

Zo zien we langs de Rode Beek plaatsnamen ontstaan afgeleid van "Sittere" (Broeksittard, Haagsittard en Sittard) en van "Sustere" (Suster-seel, Susteren, en Roosteren (= Rug-Susteren). Daarbij zou men nog Tudderen en Dieteren kunnen rekenen.

Onze aandacht wordt dan getrokken door de naam van een natuurgebied in het Echtse gelegen: De Doort. Deze naam stopt nu bij de grens die gevormd wordt door de Middelsgraaf. Dit watertje heeft echter geen natuurlijke bedding. In vroeger tijden, wellicht de 12e eeuw, heeft men de beek die uit het Ijzerenbos komt, bij de grens overgang Susteren – Echt, zodanig afgebogen dat ze in rechte lijn de grens markeerde en zodoende het Dieterse veld van het Echter scheidde. Dit zal als belangrijkste reden hebben gehad om een moerassig gebied beter te ontwateren.

Schets veldnamen Dieteren volgens Wil Schulpen

  1. Doerbrucker bend 2. Todtenbroek 3. Hambrouck
  4. Dorderbosch 5. Dorderleim 6. Dieterbrouck
 7. Dieterveld 8. Dieterbosch 9. Deterderbusch
10. Langenakker11. Hoferderveld12. Leilert veld
13. Leimkoul14. Leimveld15. Hamerveld
16. Benniger Bend.

"Kaartje" van mij in Heemklank 1984, nr. 2.

Dit kaartje is gemaakt aan de hand van een kopie van de beroemde Tranchot kaart uit ca. 1805. (zie hieronder)

Opm. Todtenbroek komt m.i. van Toterbroek – Doterbroek - Dyterbroek

Een fragment van de Tranchotkaart:

Fragment van Tranchotkaart

Deze samenhang van namen maakt het zeer wel mogelijk dat een moerassig gebied aan weerszijde van de later gegraven Middelsgraaf een Dort-Dyter naam heeft gehad.

De vraag wordt dan wat heeft het nu betekend? Er bestaat wel een riviertje de Dort waaraan het Dorterland met Huize Dort ligt. Dit helpt niet verder.

Gezien de veronderstelling dat het teruggaat op een moerassig verschijnsel is een samenhang mogelijk met ons dialect woord : toter (=modder).

 

De bezittingen van de Heerlijkheid Dieteren

Binnen Susteren

Hier bezat de heerlijkheid Dieteren vier hoeven, één molen en landerijen.

  1. De Rodebekerhof met een molen. Deze is gelegen aan de weg van Dieteren naar Baakhoven, niet ver buiten het dorp Dieteren. Zoals de naam zegt was dit leen gelegen aan de Rode Beek. Er zijn een vier en twintigtal documenten bewaard geleverd uit de periode 1340-1627.
  2. In 1340 verkoopt Goswijn, Heer van het huis van Dieteren aan jonkvrouwe Agnes van Scoesberg (bij Isenbruch?), de echtgenote van Dirk van Baijchoven (Baakhoven) de hoeve en molen (tger Beeck). Er werd ook vastgelegd dat de hoeve van Goswijn zelf, de hoeve van Louw, de Beuningerhof en de mensen van het dorp Dieteren verplicht waren hun granen op de molen te laten malen. In 1370 wordt voor Winand van Dieteren de erfpacht van Goswijn van Dieteren, neef van Winand, vastgelegd die hij aan Jacob van Lent moet betalen.

    In 1395 is Johan van Dieteren leenheer, welke in Visserweert woont. Juffrouw Mechteld Wilde, weduwe van Jacob van Lent, neef van Johan van Dieteren, ontving het leen, welk Jacob voorheen in leen had. Deze Jonkheer Jacob had zich in Kleef vrij moeten kopen met de verkoop van zijn huis te Maastricht.

    In 1419 is Cloes Hoen Heer ten Brueke Ritt., leenheer van de leengoederen van Dieteren. Uit dit document blijkt dat aan dit leengoed tussen de 31 en 32 bunder gronden verbonden waren.

    Vanaf 1427 houde de Kruisbroeders van Roermond het leen

  3. De hof te Firmele ligt in Gebroek bij Baakhoven. In 1340 Goswijn van Dieteren, de leenheer, dit zijn eigen hof. Mogelijk dat hij er zelf woonde. Het leen bestond rond 1600 uit een hoeve met boomgaard en ongeveer 17 ½ bunder grond.
  4. De Beuninger hof ligt bij de T-kruising van de Bredenweg met de Beuningerstraat, nabij Oud-Roosteren. Dit leengoed was deels in Susteren en deels in Roosteren gelegen. Evenals de hof te Firmele was de jaarpacht 15 goudgulden. Rond 1600 hield Otto Schenk van Niedeggen het leengoed. In 1602 ging het over op jonkheer Hans Frederik van Calchem genoemd Luchtenar. Deze hof was ruim 6 bunder groot.
  5. De hof te Louw. Deze hof was reeds in 1284 geschonken aan de abdij Hocht, nabij Maastricht. Het huis van Dieteren had kennelijk in de 13e eeuw nauwe banden met deze abdij, want al in 1230 had het Huis 27 bunder te Opgrimby geschonken. Bij de schenking moest ook de Heer van Valkenburg toestemming verlenen, hetgeen er op wijst dat deze ook nog rechten op de hof inhield.
  6. In 1708 werd de hof verkocht. De ligging van de hoeve is onbekend. Men vermoed wel nabij de plaats waar Louerstraat en Louerwegske bij elkaar komen. Hiervoor is nog geschiedkundig noch oudheidkundig een aanwijzing. Een andere mogelijkheid is dat de hoeve gelegen heeft nabij de hoek Louerstraat – Feurthstraat alwaar geconstateerd werd dat er grote percelen lagen met slechts één huis.

  7. 23 à 24 bunder grond was gelegen bij Heyerhauser (Heide) en Veurth (Feurthstraat) op Reutgen, Koye en Heulst. Het bestond uit zeven verschillende lenen. Bij Baakhoven lag een klein leen van 5 vrechten. Verder lagen bij Dieteren nog 2 lenen samen groot ongeveer 12 bunder. Dit is opgemaakt uit een opsomming van 1595.

Buiten Susteren

  1. Roosteren: een leen met het ‘halfwater tegenover Heppenert. Verder het zogenaamde Kessels leen welk ongeveer 8 bunder groot was. Gezien de vele hofsteden lag dit leen in een bewoond gebied. Dit leen werd ook genoemd hoeve tot Gheynen Pas to Tolde, ook Niethauserleen genoemd. Het lag voornamelijk Passtraat, Hoekstraat, Eyckholtstraat. De hoeve die de familie Kessels hield is via vererving bij de van Rossums gekomen en eind 18e eeuw bij de familie Eyckholt. Het betreft de huidige boerderij Op de Kampes en het kasteeltje Eyckholt.
  2. De meest opvallend ‘leenman’ was de Broderschaft

    Verder bestond een leen uit de Veeweide bij Visserweert.

  3. Te Veltweselt had men uitgebreide goederen liggen: Een laathof, een hoeve en nog vier lenen samen 29 bunder groot
  4. Te Elen was een leen van 8 bunder groot

Verdwenen goederen

Verdwenen goederen in de 16e eeuw, maar die in de 14e eeuw nog tot de lenen van Dieteren behoorden zijn:

Het slot Waldenborch, goederen te Swalmen: huis, hoeff, land, molen, te Asselt, Elmpt en de leenhof van Nieuwstadt.

 

De geschiedenis van Dieteren als deel van de Heerlijkheid Susteren

De eind 7e eeuwse stichting van een klooster te Susteren is het oudste oudheidkundige feit. Bij de verdeling van 870 wordt het klooster van Susteren toebedeeld aan de Duitse keizer. Kort erna, in 891 wordt het klooster geschonken aan een monnik van de abdij Prüm. Het blijkt dan een vrouwenabdij te zijn. De eerste abdis is de H. Amelberga.

Rond 1000 of iets later krijgt men twee nieuwe impulsen: het klooster werd herbouwd tot een stift voor adellijke dames en het motte-kasteel van de Koppelberg word gebouwd. Dit zorgt in Susteren voor een bewoning aan de Marktstraat, hetgeen later zou uitgroeien tot het stadje Susteren. Bij de Koppelberg zien we de eerste bewoning die zou leiden tot het dorp Dieteren.

In het midden van de 13e eeuw heeft zich een situatie ontwikkeld waarbij de Heren van Valkenburg 2/3 en de Heren van Dieteren 1/3 va de rechten op de Heerlijkheid ontwikkeld. Daarnaast heeft het Huis van Valkenburg de alleenrechten op het stift van Susteren. In de loop van de 2e helft van de 13e eeuw verdelen de zwagers Reinoud van Gelder en Walram van Valkenburg zodanig dat Valkenburg de zeggenschap over Susteren krijgt en dat de graaf van Gelder van het oude grondgebied Nieuwstadt voor zichzelf afscheid. De leenhof van Nieuwstadt valt dan onder de leengoederen van de Heren van Dieteren.

In 1400 koopt het Huis van Gulik Susteren, Sittard en Born. Na een eeuw van verpandingen worden deze plaatsen alsmede Dieteren definitief opgenomen in het hertogdom Gulik, waartoe deze tot 1800 blijven behoren.

In 1813 wordt het gebied ingedeeld bij het koninkrijk der Nederlanden.

 

Twee oude documenten met Dieteren?

In 1204 wordt een Dirte vermeld in een document waarbij graaf Otto van Gelder goederen opdraagt aan de bisschop van Luik en deze wederom van de bisscop in leen krijgt. Deze goederen tussen Maastricht en Roermond gelegen worden genoemd Dirte, Glene en Wer.

Wie twijfelt eraan dat dit Dieteren is binnen deze context ? De heerlijkheid Dieteren blijkt later toch ook een achterleen van Gelder.

Dan een document van 1243. Hierbij verkoopt Adolf graaf van Marck aan Otto, graaf van Gelder de goederen die hij volgens erfrecht ontvangen heeft van de Heer van Kriekenbeek en wel o.m. de ‘hof’ van Rufsosteren en de mannen van de Kempene. Hierbij sluit hij uit de mannen te Werden, goederen te Ditren en de goederen van Johannes Hengstenbeek.

Het Dirte uit 1204 is toe te passen op Dieteren, het Ditren uit 1243 is niet het Dirte uit 1204. Immers het lijkt uitgesloten dat Otto Dieteren aan Kriekenbeek overdoet, deze sterft en het bij Marck terecht komt en dat Otto dan de goederen weer terugkoopt.

Het Rufsosteren is Roosteren

 

Opsomming van de hoofdbewoners vande huizen van Dieteren in 1688

  1. De hof Robeck behorend aan de Kruisbroeders te Roermond
  2. Johan Stefarts huurling
  3. Jan Kremers huurling
  4. Jan van gen Nabeth
  5. Geurt Steifarts
  6. Henrich Wackers een huisje
  7. Aret Schrörs een huisje
  8. Hein Bohnen een huisje
  9. Jan Leinnen pachter
  10. Jacob van den Dijck
  11. Jacob Bucken
  12. Jan Schulpen een huisje
  13. Henrich Holskens een huisje
  14. Gerhardt Prens?
  15. Thönis Janssen
  16. Jan Stefens
  17. Peter Dahmen een huisje
  18. Dirch Slangen een huisje
  19. Gillis Slangen weduwe huurling, arme
  20. Lem Beckers
  21. Emundt Hauszmans arme pachter
  22. Henrich Schulpen een huisje
  23. Bernardt von Beeck arme een huisje
  24. Theisz Schulpen
  25. Jan Heggen
  26. Giel Gielen
  27. Albert Godding arme een huisje
  28. Dieterich Nehliszen weduwe arme een huisje
  29. Wilhelm Gerardus een huisje
  30. Emundt Gielen een husje
  31. Hubert Zohns pachter op een Oliemolen
  32.  

    Lijst van communicanten en kinderen onder de twaalf te Dieteren, 1725

    1. Petrus Molitor en echtgenote en 2 kinderen op de Dieterse molen4-
    2. Niclas Gadden en echtgenote Entge 3 kinderen32
    3. Johan Steiffart en echtg. Lisb. 1 dochter Peter van Heinsberg 241
    4. Henrich Vergossen en echtg. Idgen Hausmans 1 dochter Gertrudis3-
    5. Gört Lijnen en echtegnote 2 zonen4-
    6. Johan van Genabeth en echtg. 2 kinderen31
    7. Nölken weduwe van Siger Cremers 3 kinderen4-
    8. Derick Wackers echtg. Maria 4 kinderen en moeder Entgen34
    9. Abraham Jansen en echtg. Bilger 6 kinderen53
    10. Johan Thonissen, Derick Savelkoul en echtg. M. 2 kind. en 2 kind34
    11. Tönis Lijnen 1 zoon/ dochter met kind21
    12. Johan Lijnen en echtg. Biltgen 3 kinderen5-
    13. Jacob van Dijck, Jacob Cremer, Henrich Schlangen met
    echtgenote Gertrudt fam. 1 kind
    51
    14. Cathrin Schlangen 1 dochter2-
    15. Herman Hulsken en echtg. Bilgen 4 kinderen33
    16. Johan Bocken en echtg. Cath. 4 kinderen24
    17. Maria weduwe van Schulpen 3 kinderen13
    18. Ertgen Storms 2 kinderen3-
    19. J. Janssen en echtg. Lisbeth 5 kinderen25
    20. Mathias van Genabet en echtg. Maria 3 kinderen32
    21. Gerard Horns en echtg. Medtgen 2 kinderen en fam.5-
    22. J. Horns en echtg. Bötgen 2 kinderen en ?32
    23. Jors Lijnen en echtg. Bötgen 1 kind2-
    24. AdamVergossen en echtg. Lisb. 5 kinderen34
    25. Derick Lijnen en echtgenote Caecilia 1 kind21
    26. Liesbeth Schlangen weduwe zoon2-
    27. Geradt Bocken en echtg. Tringen een dochter3-
    28. Petrus Beckers en echtgenote 4 kinderen24
    29. Maria hausmans weduwe 3 kinderen en een buitenechtelijk kind41
    30. Gillis van Genabet en echtgenote 1 kind en fam.31
    31. Peter lijnen en echtg. Umelken 3 kind.41
    32. Nölgen op die Sijll 2 zonen en ?31
    33. Derick Beckers en echtg. Geitg. 2 zonen4-
    34. Trix Thonissen weduwe2-
    35. Leonard op de Kamp en echtg. Cathrin 5 kinderen25
    36. Jean Schlangen 1 dochter2-
    37. Herman Gradus en echtgenote Gertrud21
    38. Paulus Schulpen weduwe34
    39. Hendrik Geeten en echtg. Mecht 4 kinderen33
    40. Derick Jessen en echtg. Anna 3 zonen………..1 zoon43
    41. Derick Janssen en echtg. Gertrud2-
    42. Gordt Geradus 2 kinderen12
    43. Wilm Gradus en echtg. Gretgen …31
    44. Wilm Nelissen en echtg. Lisb. 4 kinderen42

    In totaal 44 families met 132 communicanten en 71 kinderen beneden de twaalf jaar



Wilt U reageren dan kan dit via @ Email

Bedankt voor uw interesse en tot een volgende keer.!