HISTORIE

Vondsten langs de Geleenbeek

Door: Marc Ruijtersi

Een aantal jaren geleden werd de archeologische werkgroep AWEL erop attent gemaakt dat op de luchtfoto’s van Google Earth uit 2005 langs de Geleenbeek een aftekening te zien was (zie afbeelding 1). De donkere lijnen die een vierkant vormen werden toen voorlopig geïnterpreteerd als een omgrachting. In droge jaren blijft meer water in de grond achter op plekken waar vroeger (gedempte) depressies aanwezig waren, zoals greppels, grachten etc. Doordat gewassen op deze plekken kunnen beschikken over meer water, verdrogen ze niet zo snel. Op luchtfoto’s tekenen de voormalige depressies zich dan af als donkere plekken.


Afbeelding 1: de mogelijke gracht is als een donkere verkleuring te zien
op de luchtfoto uit 2005 (bron: Google Earth, 2010).

Afgelopen jaar is het weiland waarin de aftekening zichtbaar was geploegd. Reden voor AWEL om de betreffende locatie nader onder de loep te nemen. Tijdens twee oppervlaktekarteringen in oktober 2009 en maart 2010 werd een aanzienlijke hoeveelheid vondstmateriaal binnen de omgrachting aangetroffen. In totaal werden ruim 500 scherven aardewerk aangetroffen. Naast aardewerk werden een behoorlijke hoeveelheid verbrande leem en kleine fragmenten mergel aangetroffen. Het meest opvallend aan de vindplaats is dat praktisch alle vondsten zich beperkten tot het terrein binnen de vermoedelijke omgrachting. Buiten de omgrachting zijn vrijwel geen aardewerkscherven, verbrande leem of mergel aangetroffen. Dit leidt tot de conclusie dat de vondstconcentratie en de vermoedelijke omgrachting wel eens met elkaar te maken kunnen hebben. Het is onwaarschijnlijk dat de vondsten met akkerbemesting in het gebied terecht zijn gekomen: als dat het geval was, dan waren de vondsten over een veel groter gebied aangetroffen in een lagere dichtheid. De vindplaats zou dan moeilijk of geheel niet te begrenzen zijn.

De vondsten wijzen daarom op een nederzettingsterrein. De oudste scherven bestaan uit Elmpt-aardewerk en proto-steengoed afkomstig uit het Rijnland. De combinatie van de verschillende aardewerk-typen wijst op een begindatering van kort voor 1300. De jongste scherven zijn rond 1700 te dateren. De combinatie van vermoedelijke gracht en de vondstconcentratie daarbinnen wijst er waarschijnlijk op dat we aan de Geleenbeek te maken hebben met een zogenaamde moated site (versterkte boerderij) met een oorsprong na 1250. Rond 1700 moet de boerderij op hebben gehouden te bestaan. De boerderij is waarschijnlijk de Beuningerhof. Tegenwoordig ligt de boerderij op de kruising van de Breedeweg en de Beuningerstraat. De huidige boerderij dateert uit het begin van de twintigste eeuw. Op de kadastrale en topografische kaarten uit de negentiende eeuw staan in dit gebied geen gebouwen afgebeeld. De toponiem in deze omgeving is Beuningerbeemd. Een kaart uit de zeventiende eeuw laat de omgeving van de Geleenbeek zien (zie afbeelding 2). Hier wordt de Boningerhof oostelijk van de Geleenbeek afgebeeld, ten noordoosten van Roosteren. Opvallend aan de kaart is dat de Boningerhof direct naast de Geleenbeek wordt getekend, midden in de Boningerbeemd.


Afbeelding 2: kaart van de Geleenbeek met de Beuningerhof uit begin van de zeventiende eeuw.
Het noorden is de linkerkant van de afbeelding.

Een ligging in een nat gebied lijkt op het eerste gezicht nogal vreemd. Nederzettingsterreinen worden eerder een terras hoger verwacht (ten oosten van de Beuningerstraat), waar het risico op overstromingen een stuk geringer was. Uit het oogpunt van verdediging is de ligging in een nat gebied veel beter te verklaren. Mottes, kastelen, boerenschansen en moated sites komen zeer frequent voor in natte gebieden. Blijkbaar werd veel waarde aan een met water gevulde gracht gehecht, en was het ongemak van wonen in een nat gebied minder van belang.

Dhr. W. Schulpen wist het volgende te melden over de Beuningerhof. De heerlijkheid Dieteren bestond vanaf de dertiende eeuw uit bezittingen her en der gelegen o.m. in Swalmen, Elmpt, Susteren, Veldwezelt enz. In Susteren bezat ze vier hoeven: in 1287 worden vier pachters van de hoeven genoemd. Uit documenten van de kruisbroeders te Roermond weten we dat deze de hof ter ghene Beek en de erbij gelegen molen in leen hadden van de heer van Dieteren. Naast deze hof worden in 1340 ook genoemd: de hof van de heer (zijn eigen hof, waarschijnlijk hof Virmelen, Gebroek), Louerhof en de hof van Boninghen (afschrift uit zeventiende eeuw). De Beunigerhof was dus een van de vier hoven binnen het kerspel Susteren gelegen; alhoewel voor de Beunigerhof geldt dat de goederen deels in het Gulikse Susteren en deels in het Gelderse Roosteren waren gelegen. De hoeven en het dorp Dieteren waren verplicht op de molen te laten malen. In 1420 is in diezelfde rij documenten sprake van de erven van Boninghen.

De archieven lijken de Beuningerhof in de dertiende eeuw te dateren. De vondsten langs de Geleenbeek spreken dit niet tegen. De vondsten, in combinatie met de kaart en de vermoedelijke gracht zichtbaar op Google Earth lijken ervoor te pleiten dat hier een omgrachte boerderij uit de Late Middeleeuwen ligt. Op basis van de beschikbare informatie is het goed mogelijk dat we hier met de Beuningerhof te maken hebben. Echter, alleen door middel van een opgraving kan worden bepaald wat er zich echt langs de Geleenbeek in de bodem verschuilt.








Heeft U een suggestie of opmerking, mail naar info@deetere.nl