HISTORIE
Hieronder een artikel uit de Publication etc.. van 1885 over de LEENEN VAN VALKENBURG met de leengoederen van Dieteren.


In de “Publications de la société Historique et Archéologique dans le Duché de Limbourg”
deel 22 uit 1885 lezen we op blz 237

VIERDE HOOFDSTUK
VALKENBURGSCHE LEENEN BUITEN DAT LAND GELEGEN.

Onder dit hoofdstuk komen geene heerlijkheden voor. In de Valkenburgsche leenregisters worden de binnenlandsche behandeld; zoo dat wij bij voorbeeld Eysden, St. Mertensvoeren, Limbricht en Heurte bij Keulen in eenen adem met de heerlijkheden in het land zelve gelegen, vermeld vinden. Beschouwde de heer van Valkenburg deze heerlijkheden als zijn eigen grondgebied? Wij weten het niet, maar voor enkelen, zoo als Eckelrade en Eysden schijnt dit het geval geweest te zijn.
De leenen, die hier volgen, zijn dus geene heerlijkheden, maar burchten, huizen, hoeven, landerijen of rechten, behoorende tot het grondgebied waarin zij gelegen waren; zij stonden, uitsluitend voor het leenwezen en niet anders, met den heer van Valkeburg in betrekking. Daarom vinden wij ze afzonderlijk en na de anderen geboekt. Wij volgen de orde, die in de registers wordt gevolgd.

Vervolgens in hetzelfde deel van deze Publications etc... op blz 286-289

[XXII.] Het leen van Sombreff,


Ook geheeten het leen van Dieteren, bestaande uit eene heerlijkheid, eene tiende en een leenhof van zeventig mannen, gelegen aan de brug te Bilsen, lande van Luik, was met al zijne toebehoorten en gerechtigheden een groot leen aan den huize van Valkenburg, hetwelk verheven werd aanvankelijk door de heeren van Dieteren.
1441 in October, door Johan Hoen van Hoensbroek.
“De Heere van Dieteren van LXX manne te Bielsen. Johan Hoen van den Broecke het dit leen ontfangen overmits Arnolt van Zevel Stathelder, Her Reyner van Berge (en) Lambrecht van Driessche as mannen; gesceen octob. Ao XLI” noot
De registers van den stadhouder Jr Arnold van Tzievel, die dit verhef ook inhouden, luiden als volgt:
“Johan Hoen van den Broecke Heer zo Velroux ende Planevaulx, ontfinc desselven dages ind jaer vurs. (prima Octobris Ao XLI), overmitz stathelder vurss. Her Reiner ende Lambrecht van den Dryessche as manne, die Heerlicheyt van Dytteren van LXX mannen zo Bielgen met hulde ende eyde as daertoe hoerde” noot
In 1453 komt voor:
“Jr Willem van Sombreffe, heer te Kerpen, Reeckhem, Hubertingen, Lanscroene enz. heer in synen leenhove geheyten Zombreff, gelegen tot Boeckenbilsen, Herderen ende daeromtrent” noot
Daarna door Jr Robrecht van Arenbergh heer van Egermont en Reekhem.
1545 den 5 Mei, door Jan heer van Bossu en Reekhem en na diens dood, 1563 den 13 December, door Jr Willem Quaedt van Wickraedt noot, die hetzelve cedeerde aan heer Willem van Vlodrop vrijheer tot Reekhem. Willem van Vlodrop, die met het leen van Bilsen beleend was, cedeerde hetzelve aan heer Herman van Lijnden vrijheer tot Reekhem.
1623 den 16 September, door Ernest van Lijnden graaf van Reekhem en na diens dood door Laurens Engelbert van Oirsbach drossart te Reekhem in naam van Ferdinand van Lijnden graaf van Reekhem.
1680 den 9 Juli, door Gobert graaf van Lijnden Aspremont en Reekhem.
1700 den 3 Juni, kocht Johan Emerichs burgemeester der stad Maastricht de heerlijkheid Sombreff met hooge en lage jurisdictie, met revenuën en rechten vrij en onbelast, behoudens 20 vaten koren ’s jaars aan de Abdij Munsterbilsen, uit handen van graaf Karel van Lijnden-Reeckhem en Eleonora Maria van Lijnden, vorstin-abdis te Munterbilsen. De koopprijs waren 2000 fl. brab. En de heerlijkheid Widoye bij Tongeren.
1712 deb 17 October, verheven door Leo Emerix.
1733 den 13 November, door Maria Catharina van Emerix, vrouw te Schoonbeeck.
1747 den 6 Juni, door den advokaat Leonardus van der Maesen.
1757 door Hendrik Joseph van der Maesen, sedert 1749 erfgenaam van Maria Catharina van Emerix, heer van Sombreff, burgemeester, schepen en raad, commissaris instructeur en fourier der stad Maastricht in huwelijk met Elisabeth met Riethoven. Uit dit huwelijk sproot eene eenige dochter, Anna Catharina van der Maesen, vrouw van Sombreff en Oyenbruggen, welke, 1764 den 10 December, na dood haars vaders met Sombreff beleend werd.
1784 door Elisabeth van Riethoven na dood harer eenige ongehuwde dochter.

AANTEEKENINGEN.

No 1. Bij akte van 17 September 1661 verkoopt Ferdinand graaf van Aspremont-Lijnden en van Reeckhem zekeren leenhof genaamd Sombreffe te Bilsen, ’s jaars opbrengende20 vaten rogge, aan de weduwe van Guillaume Moffarts, voor de som van 1800 gulden brab. De verkooper hield zich het jus retractus voor. Rijksarch. In Limb.
No 2. In 1788 overleed Elisabeth van Riethoven. Zij liet ingevolge testament van den 3 December 1784 het leen van Sombreff aan de kinderen van wijlen haren zwager Leonard Jan van der Maesen, heer tot Wijerhof bij Tongeren, schepen raad der stad Maastricht in huwelijk met Maria Ida Loyens. Den 3 November 1791 kwam het leen van Sombreff bij kinderlijke deeling aan Leonard Pieter Jan Lodewijk van der Maesen, die bij brieven van 13 September 1817 door koning Willem I, als gehoorende tot den ouden landadel, als jonkheer met het predikaat van Sombreff is erkend.











Heeft U een suggestie of opmerking, mail naar info@deetere.nl