Knipsels over Dieteren

Welkom bij "Klein-landbouwbedrijf in Dieteren onrendabel",

uit: Limburgs Dagblad ca. 25 oktober 1966
G. HOORENS (L.L.T.B.)
„De weg naar een lonende exploitatie loopt
in deze tijd vooral via de ruilverkaveling”
Klein-landbouwbedrijf in Dieteren onrendabel
DIETEREN, 25 okt. — „De weg naar een lonende exploitatie van boerenbedrijven loopt in deze tijd vooral via de ruilverkaveling. Een boer die zijn beroep moet uitoefenen op een reeks kleine percelen kan geen moderne bedrijfsvoering toepassen. Hij kan dan ook geen — zij het noodzakelijke — belangrijke investeringen doen omdat de te kleine „lapjes” geen mechanische behandeling bij het bouwrijp maken en bij het oogsten toelaten. Daarom is het zaak dat de geplande ruilverkaveling voor „Het Land van Swentibold” zo spoedig mogelijk een feit wordt.” Zo oordeelt de voorzitter van de afdeling Dieteren van de L.L.T.B., de heer G. Hoorens, over de steeds penibeler wordende toestand van de landbouw en zijn beoefenaars in het nog landelijke Dieteren. Ook in deze streek heeft de boerenstand grote verliezen geleden en het aantal landbouwers slinkt met de dag.
De heer G. Hoorens is van oordeel dat binnen afzienbare tijd nog slechts hooguit plaats is voor een tiental grote, stevige boeren in dit gebied. „Op dergelijke moderne bedrijven zit nog wel een goede boterham in de grond of in het vee”, weet de heer G. Hoorens. „De kleine bedrijfjes zijn — evenals bij andere standen — gedoemd te verdwijnen. Feitelijk lossen ze vanzelf op, daar geen korst droog brood meer te verdienen is. De jeugd trouwens begrijpt de situatie beter. De Jongelui zijn niet meer als voorheen bij de geboorte voorbestemd om later achter de ploeg te lopen of om een melkcursus te volgen. Vele boerenzonen laten het bij het klimmen van de jaren afweten”, zegt de heer G. Hoorens.
„Ze gaan studeren, zoeken een geschikt handwerk of een goede betrekking. In vele boerengezinnen is straks geen opvolger aanwezig en zo wordt de schaar boeren elk jaar meer uitgedund. Een pluspunt hierbij is dat er grond vrijkomt om de overblijvende bedrijven te vergroten. Je moet toch minstens over een grondareaal van 15-30 ha. kunnen beschikken om behoorlijke inkomsten te hebben. De te kleine bezetting van mankracht op de boerderijen noopt voortdurend tot investeringen, die vaak als een loden last op bedrijven blijven drukken. Veel boeren zijn genoodzaakt loonwerkers in te schakelen bij de graan- en bietenoogst. Een verruiming van gronden bij de boerderijen geeft de landbouwers meer armslag bij hun werk en vooral bij specialisatie. Een boerenbedrijf mag niet star zijn, maar moet zich soepel kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden. Het is te hopen,” zo besluit de voorzitter, „dat de ruilverkaveling spoedig klaarte brengt rond het wel of niet boer-zijn en dat het gebied rond Dieteren in grote kavels komt te liggen”.
VERTRAGING
De heer W.H. Otten van de Benningerhof staat helemaal achter de zienswijze van de voorzitter van de L..L.T.B. De heer Otten is lid van de Ruilverkavelingscommissie „Het Land van Swentibold” en wil deze verkaveling wel uit de grond kijken. „We hebben bij de uitvoering van de plannen aanzienlijke vertraging gehad door het uitvallen van de „industrie-moot” Buchten”, zegt hij. „Wat het zwaarst is moet het zwaarst wegen. DAF en andere industrieën gaan voor en tegen vestiging hebben we natuurlijk geen bezwaar. Je kunt fabrieken en ateliers nu eenmaal niet in de lucht bouwen. Maar het is wel een streep door onze rekening geworden.
2 De plannen moesten worden veranderd, bekeken en opnieuw goedgekeurd. Hierin gaat natuurlijk tijd zitten en dagen en uren zijn ook „money” voor ons, landbouwers. Momenteel, aldus de heer W. Otten, loopt de verkaveling weer. We hopen in 1967 de stemming te kunnen houden. Daarna kan wellicht met een grotere versnelling aan de uitvoering worden begonnen."
ZEGEN
De heer Otten is van oordeel, dat na een dergelijke verkaveling de bedrijven leefbaarder worden, omdat het peil wordt opgetrokken. Een verkaveling is over de gehele lijn een zege voor een dorp of een streek, daar aandacht wordt besteed aan alle facetten van het leven. Hij verwacht dat enkele boerderijen uit het dorp zullen verdwijnen en in het vrije veld opnieuw zullen verrijzen.
Kwaliteit weiland door verkaveling op hoger niveau
Ofschoon in Dieteren enkele stallen zijn met prima roodbont rundvee is de fokkerij nooit op die hoogte als bijvoorbeeld Roosteren kunnen komen. „Voor een deel ligt dit aan de kwaliteit van de weiden”, weet de heer Otten. „De fokkers uit Roosteren beschikken mee over het beste en vruchtbaarste grasland van Nederland”, zegt hij. „Een koe die op de Maasweiden niet toeneemt in rijke deugden en schoonheid van gestalte kan beter van deze wereld verdwijnen. Roosteren heeft prachtig gebruik gemaakt van de natuurlijke hulpbronnen en — met de gedegen kennis van de fokkers — een veestapel opgebouwd, om jaloers op te worden. Dit kan in Dieteren straks ook ,als landbouwers zich toeleggen op specifieke veebedrijven en veel meer aandacht dan thans besteden aan de graslanden”.
De heer W. Otten ziet — evenals zijn collega's — jammer genoeg geen kans om met zijn vee mee te dingen naar goud en zilver op keuringen en fokdagen. „We hebben geen handen om het vee voor te brengen”, zegt hij. „Vroeger was er voldoende mankracht, maar nu ben je aangewezen op hulp van vreemden. Dit is echter niet of sporadisch te krijgen. Wellicht beginnen we toch Straks met een ,onder-ons-keurinkje” lacht hij.
„Je hoeft dan het vee maar even te verweiden en het loopt recht in de armen van de keurmeesters. We wachten echter eerst op de ruilverkaveling. Dan hebben onze rood-bonten voldoende plaats om zich te ontwikkelen en om te paraderen!”



Wilt U reageren dan kan dit via info@deetere