Voormalig café Eijkelberg in Dieteren

Welkom bij "Nieuws" - café L. Eijkelberg,

Voormalig cafe L. Eijkelberg aan de Maaseikerweg in DieterenIn een serie op LOES TV over Roosteren in vroeger dagen welke ik op 16 augustus 2006 bekeek. Zag ik opeens een foto van café Eijkelberg voorbij komen. Dit café was gevestigd aan de Maaseikerweg in Dieteren ongeveer waar nu de ingang van sportcomplex Suëstra is gelegen.

Dit brengt me op een verhaal dat Jo Dullens ons heeft nagelaten.

CAFÉ EYKELBERG.....NOG
SLECHTS HERINNERING.....
Wie nu, via de Maaseickerweg richting Susteren rijdt, ontdekt tot zijn verbijstering een gapende leegte op de plaats waar eens het markante gebouwencomplex van café Eykelberg het eindpunt van Dieteren en het begin van Susteren vormde. "De poort van Dieteren" zoals de nieuwsschrijver in "De Schakel" het nu met de grond gelijkgemaakte gebouw ooit noemde, zou inderdaad een goede naam geweest kunnen zijn voor dit, heinde en ver bekende café. En met café Eykelberg verdween er weer een voor Dieteren kenmerkend gebouw, dat nog lang in veler herinnering zal voortleven. Voor ons een reden om eens te graven in herinneringen en, zonder ook maar de schijn van geschiedschrijving te willen wekken, het verhaal van het café aan U over te brengen, zoals het ons, door nauw bij het gebouw betrokkenen, werd doorgegeven.
In 1899 bouwde de toenmalige eigenaar van de ringoven, (een steenfabriek-je,) een Brabantse ondernemer wiens naam we helaas nog niet konden achterhalen, tegenover zijn brikkenbakkerij (het bij velen van ons nog bekende fabriekscomplex, dat in de eerste na-oorlogse jaren wegens ernstig verval en aanmerkelijke oorlogsschade werd gesloopt en dat stond op de plaats waar zich nu de opslagterreinen van de RBB dakpannenfabriek bevinden) het café als dichtbij gelegen toevluchtsoord voor de in zijn dienst zijnde, altijd dorstige brikkebekkers.
Ook was het fabriekskantoortje in het gebouw ondergebracht. Het beheer over zijn ringoven had de Brabander feitelijk in handen gelegd van de in Susteren nog bekende broers Loui, Karel en Bert Hellebrekers waarvan laatstgenoemde de taak van bedrijfleider kreeg toebedeeld.
Broer Karel beheerde intussen het café tot in 1905 de eigenaar zich,vermoedelijk gedwongen door niet al te beste bedrijfsresultaten, (de gefabriceerde brikken bleken nimmer het predicaat "eerste keus" te kunnen halen), gedwongen zag het gebouw te verkopen.
Koper werd de heer Halmans, de vader van "Mrie van den Eykel", de schoonvader dus van de heer Eykelberg, wiens naam het café tot aan zijn roemloos einde gedragen heeft. Vandaar dus dat café Eykelberg ook wel bekend stond als "biej den Halman".
Sjang Halmans verhuurde toen het pand aan het jonggetrouwde paar Eykelberg-Halmans, beiden afkomstig uit Maasbracht. Het cafébedrijf werd voortgezet en om de inkomsten enigszins te stabiliseren werd daarnaast een boerenbedoeninkje opgezet.
Aan klandizie had het café geen gebrek.
Daar waren op de eerste plaats de brikkebekkers, die dagelijks binnenliepen om hun onlesbare dorst af te blussen en die niet zelden hun hele weekloon in drank omzetten.
Vaste klanten kende het café nauwelijks.


Voormalig Cafe L. Eykelberg met dank aan Juul Claessen.

Wel gold het café als vaste aanlegplaats voor vrachtrijders die de weg Susteren-Dieteren gebruikten om hun vrachten in Dieteren, Roosteren of Maaseick af te leveren of op te halen.
Passanten, vooral Dieterdenaren, maar ook veel voorbijgangers uit Susteren of Roosteren en Belgische mijnwerkers wipten binnen om bij Mrie geinformeerd te worden over plaatselijke of politieke nieuwtjes of schandaaltjes. In de voor-oorlogse jaren was de ringoven een bekend toevluchtsoord voor "sjufels", haveloze kerels, die zonder onderdak en zonder inkomen rondzwierven en rond de warme ovens van de ringoven de nacht plachten door te brengen.
Veel alcohol-verslaafden waren erbij, die van het geld, dat ze met bedelen bijeengaarden, onversneden alcohol kochten, waarvan ze op hun manier een soort jenever stookten die hun vaak verkilde ledematen enigszins verwarmde en die ze meestal bij Mrie aanlengden en opzwolgen. Het waren deze "sjufels" die mede door illegale visvangst op de voor hen verboden "koele" de grote waterplassen, die ontstonden als de leem voor de fabrieksgrondstof was weggehaald, in hun onderhoud probeerden te voorzien. Niet zelden gebeurde het dat 15 tot 20 van deze kerels op en rond de ringoven huisden.
Van de Berk, de toenmale veldwachter, had er zijn handen meer dan vol aan deze mannen het vissen op "de koele" te beletten.
Maar slim als veldwachters doorgaans waren, verborg hij zich wel eens in een z.g. "kipwagentje" een soort klein containertje op rails, waarmee de arbeiders van de ringoven de uitgestoken leem naar de ovens brachten. In zo'n railkarretje liet hij zich dan door een werkman over de rails langs "de koele" duwen om zo, ongezien weggedoken in het karretje, de illegale vissers op heterdaad te betrappen.
De list lukte echter maar zelden omdat de werkman, die het karretje voortduwde, met de vissende "sjufels" een teken afgesproken had, dat beduidde dat er onraad dreigde.
IJlings werd dan het visgereedschap opgepakt en onder dekking van het wildgroeiende struikgewas renden de mannen over de geheime walletjes tussen de plassen en door ondiep water naar café "Den Eykel" waar ze zich beschermd wisten door de waardin Mrie.
En, mocht van de Berk de mannen in het café willen "trapéren", dan wist Mrie hen het raampje in de zijgevel te wijzen, waardoor ze dan ontsnapten om ongezien in het Koppelveld te ontkomen.
De heer Eykelberg overleed in 1917 en in 1921 kocht zijn weduwe het pand. Het boerderijgedeelte werd in 1925 bijgebouwd. Vermeldenswaard is nog dat café Eykelberg tijdens de bekende watersnood in 1925(1926?) vele Dieterdenaren met hun hele hebben en houden herbergde. Grote gezinnen als die van Drees Schlangen en Pier Klinkers vonden een veilig en gastvrij onderkomen bij de weduwe Eykelberg. Zelf gezegend met negen kinderen: Anj, Sjeng, Mrie, Pierre, Harie, Lei, Dien, Sef en Wies, bleek er gastvrijheid en plaats genoeg om de door het water bedreigden een onderkomen te bieden.
Van gemeentewege mocht het café tijdens die rampperiode dag en nacht geopend zijn en mocht er tevens dag en nacht drank verkocht worden. Werd er in Dieteren een of andere loterij of speltjesactie gehouden, Mrie werd nooit overgeslagen. Ze kocht de loten met een boekje tegelijk, wilde ook geen betaling van de, fatsoenshalve, genoten consumpties en mopperde steevast: "Anges wèt geer mich neet te vènje mer es geer get te verkoupe höbt den wèt geer Mrie waal wone".
Zo was Mrie, een zachte pit in een ruwe bolster.
Zelf herinneren we ons, dat we 's avonds, na het bezoek aan de avond-teken-school in Susteren, tijdens de oorlogsjaren, vaak bij Mrie binnenliepen om dan rond de kachel tussen een aanzienlijk leger rondsluipende katten, te luisteren naar de commentaren en kritieken, die Mrie in ruime mate voorhanden had. Mrie overleed in 1956 en de kinderen verlieten de een na de ander het ouderlijk huis.
Dochter Dien trouwde bij haar moeder in en de ongetrouwde zonen Harie en Lei bleven, apart huizend, ook in het oudershuis. Het café had niet meer zoveel te betekenen. Behalve als er cupvoetbal op de TV was.
Dan was het volle bak omdat bij den Eykel een der eerste tv toestellen was aangeschaft.
Veel fietstoeristen die, vermoeid en dorstig, het bordje "Café. Vergunning" ontwaarden en hoopvol hun fietsen tegen de gevel parkeerden, kwamen, figuurlijk, op de koffie omdat de deur meestal gesloten bleef. In de zeventiger jaren evenwel beleefde de cafehouderij een onbegrijpelijke opgang. Vrijwel dagelijks zat het lokaal afgeladen vol met klanten van de meest uiteenlopende pluimage. Die toeloop duurde niet zo lang.
Harie en Lei werden beiden ziekelijk, Dien en haar man waren gestorven en de boerderijgebouwen werden door Thei Koolen uit Roosteren gebruikt om oud-ijzer, hout en afvalmaterialen van de meest uiteenlopende soort op te slaan.
De slijterij, die in 1950 ook bij de negotie was gevoegd, trok rond de jaarwisseling een steeds slinkend aantal klanten.
Meestal zaten Harie en Lei in de gelagkamer televisie te kijken, een kratje flessenbier binnen handbereik.
De flesjes werden dan over de grond naar de sporadische klanten gerold, die ze openden en altijd zonder glas, ledigden.
De gebouwen en de naastliggende tuin raakten in verval, mede omdat er geen behoefte meer bestond aan opknapbeurten, omdat het pand met het oog op de voorgenomen aanleg van de randweg, gedoemd was om te verdwijnen. In 1978 overleed Harie en toen ook Lei in 1983 kwam te sterven was het einde van een markant stukje nostalgie in zicht.
Toch zal het begin van de glooiing bij "Den Eykel" waarschijnlijk nog tot in lengte vanjaren genoemd worden "in de liègte", want café "in de Laagte" was de oorspronkelijke naam van café Eykelberg of Biej den Halman als U wilt, een café, een gebouw waarvan alleen de herinneringen nog resten en die wij, zo goed en zo kwaad als het ons mogelijk was, aan dit papier toevertrouwden. Café Eykelberg....een herinnering....als zovele.

Webmaster info@deetere.nl