HISTORIE
Hieronder een zeer interessant artikel met veel achtergrondinformatie over de historie van onze streek van de hand van Wil Filott.

Georgius Jacobus Baron de Plevits (1757-1825):
de verdeling van onroerende goederen uit zijn
nalatenschap in Dieteren, Baakhoven en Susteren.

Mr. Wil Filott1

Inleiding
Op 17 april 1825 is in het Heerenhuis ter Borch, de nieuwbouw thans bekend als kasteel ter Borch, te Roosteren overleden Georgius Jacobus Baron de Plevits. Deze baron was grootgrondbezitter met veel onroerende goederen in onder meer Dieteren, Baakhoven en Susteren. Een van de documenten waaruit dat blijkt is een unieke, onderhandse akte van 26 augustus 1825 waarin de verdeling van onroerende goederen uit de nalatenschap van Georgius Jacobus Baron de Plevits is vastgelegd.2 Leden van de familie de Plevits hebben eind achttiende en begin negentiende eeuw een belangrijk rol gespeeld als grootgrondbezitters in onder andere Borgloon, Maaseik, Ophoven, Rotem (België), Millen (Selfkant, Duitsland) en Roosteren, Sint Joost, Echt, Dieteren, Baakhoven, Gebroek, Holtum en Susteren (Nederlands Limburg). Ook heeft een aantal leden een publieke functie bekleed als burgemeester van Roosteren en Susteren en lid van Provinciale Staten van Limburg. Bij de beschrijving van de hiervoor vermelde verdeling besteed ik speciaal aandacht aan de verdeling van onroerend goed gelegen in Dieteren en Baakhoven.

In dit artikel schrijf ik de (voor)namen op de wijze zoals die in verschillende documenten en bronnen voorkomen, dus de Latijnse, Franse en Nederlandse versie van die voornamen.

Wie was Georgius Jacobus Baron de Plevits?

Georgius Jacobus Baron de Plevits is geboren op 15 februari 1757 en op dezelfde dag gedoopt te Roosteren. Hij is op 17 april 1825 overleden op ter Borch te Roosteren. Hij was gehuwd met Joanna Francisca Hendrica von Holthausen van Horst. Hij werd met de Franse voornamen Georges Jacques de Plevits d`Alfens bij organiek besluit van 13 september 1817 “geadmitteerd” (toegelaten) in de Ridderschap van Limburg.
Bij besluit van 30 juli 1822 werd bepaald dat alle leden van het geslacht de Plevits de titel van Baron of Barones mochten voeren.3


Het huidige kasteel ter Borch te Roosteren,
in 1880 gebouwd in opdracht van J.A.O. Barbou(1853-1930),
een achterkleinzoon van Georgius Jacobus de Plevits

De echtgenote van Georgius Jacobus, Joanna Francisca Hendrica von Holthausen van Horst, is op 18 april 1764 geboren te Echt en daar op dezelfde dag gedoopt. De woorden “van Horst” in haar naam zijn een verwijzing naar de nog steeds bestaande Hoeve de Horst op de Slek, Echt.4 Zij is in 1782 in de kerk te Echt getrouwd met Georgius Jacobus Baron de Plevits. Joanna Francisca Hendrica von Holthausen is overleden op 8 oktober 1791 op ter Borch te Roosteren. Zij werd ook aangeduid als “vrouwe van Alfens”. De Wasserburg en de pachthof Alfens in Millen (Selfkant, Duitsland) had zij door vererving verkregen. Haar echtgenoot Georgius Jacobus en hun kinderen voegden overigens “d`Alfens” toe aan “de Plevits”.


Hoeve de Horst in 2019 op de Slek, gemeente Echt-Susteren

Uit het huwelijk van Georgius Jacobus de Plevits en Joanna Francisca Hendrica von Holthausen van Horst zijn zes kinderen geboren: 1. Jean Paul Baron de Plevits d ‘Alfens ( 1783-1852), 2. Jean Baptist Baron de Plevits d ‘Alfens (1784-1844), 3. Agnes Sibilla Barones de Plevits d ‘Alfens (1785-1860), 4 Johannes Josephus (1786-1794) 5. Phillippus Norbertus (1789-1790) 6. Xaverius Wilhelmus Sidonius Franciscus Baron de Plevits d ‘Alfens (1790 -1873).
Vier van de kinderen uit dit huwelijk komen we later in het artikel als erfgenamen nog tegen.
Ik merk op dat leden van adellijke of voorname families aan hun naam vaak de naam van (een van) hun voornaamste bezitting(en) (bijvoorbeeld een kasteel) of hun woonplaats toevoegden. Bij de familie de Plevits is dat bijvoorbeeld “d`Alfens” naar de “Wasserburg” Alfens in Millen, (Selfkant, Duitsland). Bij Johanna Francisca Hendrica von Holthausen van (of: de) Horst.
De familie de Plevits d‘Alfens stierf met het overlijden van Xaverius Wilhelmus Sidonius Franciscus in 1873 op de “Wasserburg” Alfens te Millen (Selfkant, Duitsland) in de mannelijke lijn uit.
Agnes Sibilla de Plevits, geboren in 1785 en overleden in 1860 te Roosteren, trouwde op 1 juli 1803 in Roosteren met Jan Baptist Peter Barbou, geboren op 19 november 1766 te Amsterdam, regent van het oude Armenkantoor te Amsterdam, en overleden op 2 oktober 1854 te Luik. Het kerkelijk huwelijk vond plaats op 15 juli 1803 in de kerk te Roosteren.

Het wapen van de familie de Plevits
De familie de Plevits voerde het hieronder afgebeelde wapen.


Familiewapen de Plevits

Het familiewapen van de Plevits kan als volgt worden omschreven.
Het wapenschild is in goud met daarop twee, diagonaal gekruiste pijlen met de pijlpunten naar boven. In het boven- en benedenvlak twee merletten, met kop maar zonder poten. In het linker- en rechtervlak twee Franse lelies Het schild is gedekt met een kroon met negen parels. Twee staande hazen fungeren als schildhouders. Het geheel rust op een strook gras.

Een verdeling van 346 percelen grond met een aantal gebouwen in 1825
Georgius Jacobus de Plevits is op 17 april 1825 overleden op kasteel ter Borch te Roosteren. De meeste documenten uit het familiearchief, zoals ik die ter beschikking heb gekregen, betreffen (de verkrijging van) onroerende goederen door of van de familie de Plevits. Een van de interessantste documenten uit het familiearchief betreft de nalatenschap van Georgius Jacobus de Plevits, meer in het bijzonder de scheiding en deling van niet minder dan 346 percelen grond en gebouwen, gelegen in huidig Nederland, België en Duitsland, waaronder een drietal “herenhuizen” en een aantal pachthoeves.5 Dit aantal herenhuizen, pachthoeves en percelen grond geeft een indruk van het enorme bezit van de familie. Men dient zich te realiseren dat in die tijd bezit van grond een teken van welstand was. Die welstand wordt overigens ook nog geïllustreerd door andere bezittingen in de nalatenschap van Georgius Jacobus de Plevits, namelijk kapitale sommen aan renten en erfpachten. Deze zijn in 1826 verdeeld tussen de erfgenamen. Die verdeling is vastgelegd in een andere, unieke onderhandse akte. De familie de Plevits kon dus zeker naar toenmalige begrippen zonder twijfel als welgesteld betiteld worden.

De staatkundige ontwikkelingen in Susteren, Dieteren en Baakhoven in de tijd van de familie de Plevits
Zoals hiervoor reeds aangegeven, lagen de gebouwen en gronden van de familie de Plevits bij de verdeling van de nalatenschap in het huidige België, Nederland en Duitsland. De staatkundige situatie was voordien nog ingewikkelder. De plaatsen, waarin de onroerende goederen gelegen waren, behoorden voorheen tot verschillende staatkundige entiteiten: graafschap Loon, graafschap Horn, Staats Opper Gelre, heerlijkheid Dalenbroek, hertogdom Jülich. Ik wil hier kort in gaan op de situatie in Dieteren en Baakhoven van 1780 tot 1840. Een grote verandering vond plaats door de Franse bezetting, terwijl na 1815, 1830 en 1839 de kaarten weer anders getekend werden.
Dieteren en Baakhoven behoorden tot Susteren. Susteren maakte sinds 1400 deel uit van het hertogdom Gulik (Jülich). Na de Franse bezetting in 1794 maakte Susteren vanaf 1797 deel uit van de zogenaamde Cisrhenanische Republik (gebieden links van de Rijn), in naam een republique soeur van de Franse republiek maar in feite een vazalstaat van Franrijk. Deze republiek was echter maar een kort leven beschoren. In 1801 werd ook Susteren ingelijfd bij de Franse republiek. Na de Franse tijd werd Susteren bij het Congres van Wenen in 1815 toegedeeld aan het nieuwe Koninkrijk der Verenigde Nederlanden. Na de Belgische opstand in 1830 behoorde ook Susteren, evenals het grootste gedeelte van de huidige provincie Nederlands Limburg, tot het Koninkrijk België. Bij het scheidingsverdrag van 1839 kwam het bij het Koninkrijk der Nederlanden..
Uit voorgaande beschrijving van de staatkundige ontwikkeling kan afgeleid worden dat deze behoorlijk ingewikkeld was en in de loop van korte tijd bovendien aan veranderingen onderhevig was. Bij de hierna vermelde scheiding en deling lagen alle onroerende goederen van de erflater echter in het Koninkrijk der Verenigde Nederlanden met uitzondering van de pachthof Alfens met bijbehorende gronden in Millen die tot het Koninkrijk Pruissen behoorde.

De erfgenamen van Georgius Jacobus Baron de Plevits
De scheiding en deling in 1825 betrof de onroerende goederen in de nalatenschap van Georgius Jacobus Baron de Plevits. Erfgenamen waren zijn vier, hiervoor genoemde, nog levende kinderen. Er was blijkbaar door de overledene geen testament gemaakt. De kinderen worden in het document immers aangeduid als de wettige erfgenamen. Deze erfgenamen waren 1. Jan Paul de Plevits, rentenier, 2. Jan Baptist de Plevits, rentenier,6 3. Willem de Plevits, kapitein in de elfde afdeling “in den Nederlandsche Dienst”, 4. Agnes Sibilla de Plevits. De heren de Plevits woonden ten tijde van het opstellen van de akte in 1825 te Roosteren; mevrouw de Plevits te Roermond. Mevrouw de Plevits was getrouwd met de heer Jan Baptist Peter de Barbou, rentenier, wonende te Roermond. Zij werd bij de verdeling volgens de wet vertegenwoordigd door haar man. Een gehuwde vrouw was toentertijd wettelijk juridisch handelingsonbekwaam en werd vertegenwoordigd door haar man.7
De verdeling van het onroerend goed is vastgelegd in een handgeschreven onderhands document van 29 pagina’s, ondertekend te Roosteren op 26 augustus 1825. Het te verdelen onroerend goed was afkomstig uit de nalatenschap van –zoals in de onderhandse akte staat - “den hoogwelgeboren Heer Georgius Jacobus Baron de Plevits d`Alfens onzen zeer geliefden vader”, overleden te Roosteren 17 april 1825. In de nalatenschap waren ook begrepen de goederen van wijlen de hoogwelgeboren heer Baron Jan Paul de Plevits “onzen zeer geliefden Oom”8 (lid van Provinciale Staten van Limburg; overleden in 1822), van wijlen de hoogwelgeboren Marie Catharine de Plevits “onze zeer geliefde Tante” (overleden in 1821), en van Joanna Francisca Hendrica Baronesse de Holthausen “onze welbeminde Moeder” (overleden in 1791).

Verkrijging van onroerend goed door Georg Jacobus de Plevits
Het nagelaten fortuin aan onroerend goed van Georgius Jacobus de Plevits is tot stand gekomen door huwelijk, vererving9 en door aankopen tijdens zijn leven Van de gebouwen vermeld ik in voetnoten de verkrijging voor zover ik die heb kunnen achterhalen. Ik beperk me in dit artikel verder tot de verkrijging van onroerende goederen in Dieteren en Baakhoven.

Aankopen van onroerende goederen in Dieteren en Baakhoven
Kerkelijke onroerende goederen
a. Een deel van die aankopen betrof onroerende goederen van kloosters. Zo kocht Georgius Jacobus de Plevits in 1820 18 hectaren grond in Dieteren, afkomstig van de Kruisbroeders te Roermond. Deze gronden in Dieteren waren eeuwenlang in het bezit geweest van de Kruisbroeders te Roermond. Op grond van een edict van 17 maart 1783 van de Habsburgse keizer Jozef II van Oostenrijk werd de orde van de Kruisbroeders opgeheven en hun bezittingen geconfisqueerd. Roermond behoorde toen tot de Oostenrijkse Nederlanden. Dieteren behoorde niet tot de Oostenrijkse Nederlanden maar sinds het Traktaat van Venlo van 7 september 1543 tot het Hertogdom Jülich. Hoewel Dieteren dus buiten het territorium van de Oostenrijkse Nederlanden viel, had de confiscatie wel effect. De bezittingen van de voormalige Kruisbroeders te Roermond zijn na de Franse tijd in het bezit gekomen van het Koninkrijk der Verenigde Nederlanden, dat in 1820 in Maastricht tot openbare verkoop overging, zulks ter uitvoering van een wet van 9 februari 1818 en een Koninklijk Besluit van 9 mei 1819. De voormalige bezittingen van de opgeheven orde der Kruisbroeders werden bij de veiling toegewezen aan de meestbiedende, de heer Georges Jacques De Plevits d`Alfens, wonende te Roosteren.
b. Een andere koop betrof acht hectaren grond in Baakhoven in 1807, afkomstig van het Kapittel van Susteren. Op 9 februari 1801 werden de gebieden links van de Rijn, waaronder het voormalige Hertogdom Jülich definitief ingelijfd bij de Franse republiek. Evenals dat al eerder in Frankrijk en de “Belgische departementen” had plaatsgevonden, werden kloosters, kapittels, vicarieën en beneficieën opgeheven. Op 21 en 22 september 1802 werd het kapittel van de abdij van Susteren opgeheven en werden zijn bezittingen genationaliseerd. Op 19 mei 1807 vond er in Aken een voorlopige openbare verkoop en op 2 juni 1807 een definitieve verkoop plaats van een aantal van deze geconfisqueerde goederen, waaronder voormelde acht hectaren afkomstig van het Kapittel van Susteren. Deze goederen werden op de veiling toegewezen aan een zekere heer Minette uit Luik. Minette verklaarde na de veiling de aankoop verricht te hebben krachtens lastgeving van Jean Paul Deplevits, rentenier te Roosteren en Adam Smeets uit dezelfde gemeente. Jean Paul Deplevits is waarschijnlijk de broer van Georgius Jacobus en niet zijn gelijknamige zoon. Adam Smeets heeft in 1808 bij onderhandse akte zijn onverdeelde helft in die goederen verkocht aan Georges Jacques de Plevits. Dat is in 1811 vastgelegd in een notariële akte. De andere helft is Georgius Jacobus waarschijnlijk toegevallen uit de nalatenschap van zijn in 1822 overleden broer.

Onroerende goederen van particulieren
In het familiearchief bevinden zich ook documenten betreffende koop van grond van particulieren in onder meer Dieteren en Baakhoven.
1.Volgens een in het Frans gestelde akte van 23 juni 182010, verleden voor koninklijk notaris Thomas Gerard Delahaije te Sittard, verkochten Henri Jacques Horens, akkerman, en zijn echtgenote Mechtilde Schreuers, alle twee wonende te Dieteren, gemeente Susteren aan meneer de Baron De Plevits d`Alfens, eigenaar, wonende te Roosteren, een perceel akkerland in de gemeente Susteren, in het “Deiterderveld” ter plaatse Scheelberg, grenzend aan een kant aan Hubert Bocken en aan de andere kant aan Lambert Schulpen,11 uitkomende aan een kant op de koper en aan de andere kant op de Leursstraat, groot vijfentwintig aren, 24 centiaren voor een bedrag van 248 pond, overeenkomende met 130 guldens en 27 centen in Nederlandse munt.

Begin akte van verkoop door Henri Jacques Horens

2. In een het Frans gestelde akte van 14 september 1812, ten tijde van Napoleon, verleden voor Jean Henri Francois Schoolmeesters, keizerlijk notaris12 te Echt verkocht Lambert Meuleners, vrijgezel, zonder beroep, wonende in de gemeente Susteren aan Georges Jacques de Plevits, rentenier, wonende te Roosteren, een stuk akkerland gelegen onder de gemeente Susteren in het veld genaamd firmelenveld, aan een kant grenzend aan de koper, en aan de andere kant aan Henri Suijlen, uitkomende op de Broekerstraat, groot zestien aren en eenenzestig centiaren. De koopprijs bedroeg honderd eenennegentig francs en veertig centimes.


Begin akte van verkoop door Henri Meuleners

3. In een andere akte van 1820, in het Nederlands, verleden voor notaris Johannes Henricus Franciscus Schoolmeesters te Maaseik,13 wordt de verkoop vermeld van een perceel akkerland gelegen in de gemeente van Susteren op het “Detere Veld” ter plaatse genaamd Scheelberg, groot vijfentwintig vierkante roeden, zes en negentig ellen, “neffens” de koper en Pieter Janssens en uitkomende op de koper en Pieter Boonen. Verkoper was Joannes Schulpen, akkerman, wonende te “Deeteren”, gemeente van Susteren. Koper was “den hoog-edelen Heer Ridder Georgius Jacobus De Plevits, grondeigenaar en rentenier”, wonende te Roosteren. De koopprijs bedroeg honderd en zeven guldens en dertig centen.
4. Vermeldenswaard is verder een koop in de tijd dat Limburg tot de Franse republiek hoorde. Deze koop is vastgelegd in een akte van “8 brumaire twaalfde jaer der Fransche republijk” (31 oktober 1803), verleden voor Joannes Martinus Van de Borne “publijken Notaris gestelt bij het Departement Der nedermaas ter residentie van de Stad Maaseijk, arrondissement Ruremonde”.14 Verkopers waren “den borger henricus Zuijlen en Dessens huijsvrouw Mechtildis van den Straeten, ackerman Van professie, inwoonders van gebroek gemeente Susteren Departement van de Roer”. Koper was “Den Borger Georgius jacobus de Plevits Rentenier inwoonder van Roosteren”. De koop had betrekking op een stuk akkerland gelegen onder de gemeente Susteren, groot vijftien ares “negen honderd vierthien milliaren”. Aangrenzende eigenaren waren Henricus Peskens en Godefridus Welters, “uijtschietende op een Weijde Van Welter van Hinsberg”. De koopprijs bedroeg twee honderd twee francs en negentig centimen.15


Begin van de akte van verdeling van het onroerend goed van Georgius Jacobus Baron De Plevits

De verdeling van het onroerend goed.
De goederen van de overledene kwamen toe aan de erfgenamen in gelijke delen. Voor de verdeling werden de onroerende goederen in vier “egale (gelijke) loten (delen)” verdeeld onder de letters A, B, C en D. Ik beperk me in dit artikel tot hoofdlijnen. Bij de vermelding van de gebouwen zal ik in voetnoten aandacht besteden aan de verkrijging daarvan door de familie de Plevits. Voor de percelen in Dieteren, Baakhoven en Susteren geef ik echter ook een vermelding van de ligging, de oppervlakte en de aangrenzende eigenaren van die percelen. Deze percelen zijn opgenomen in Lot B. De oppervlaktematen in de akte zijn weergegeven in bunders, roeden en ellen. Er is geen kadastrale aanduiding omdat toentertijd het kadaster nog niet bestond. Regnoten zijn eigenaars van aangrenzende percelen.

In het Koninkrijk der Nederlanden was bij wet van 21 augustus 1816 door Koning Willem I het metrieke (tiendelig) stelsel ingevoerd, zulks in navolging van de regelgeving in de Franse periode. Voor die tijd verschilden de lengte-, inhoud- en oppervlaktematen van plaats tot plaats. De oppervlakte van de percelen grond is in deze akte uitgedrukt in bunders, roeden en ellen. Daarmee worden de lokale, oude oppervlaktematen bedoeld. De oppervlakte van een bunder kon variëren van plaats tot plaats. In Limburgse plaatsen was de oppervlakte van een bunder meestal iets meer dan 0,82 hectare. In Limburg werd in zijn algemeenheid met een roede een oppervlakte van zo`n twintig vierkante meter aangeduid. Na 1820 werd bij besluit van Willem I in het Koninkrijk der Nederlanden een “Nederlandse roede” gelijkgesteld aan 100 m2 en een el aan 1 m2. De bunder en roede als oppervlaktematen zijn in Nederland pas in 1937 in de IJkwet definitief afgeschaft. Maar ook daarna werden bunder en roede als oppervlaktematen in het spraakgebruik nog lang gehanteerd.
Lot A
De goederen in Lot A betreffen een herenhuis met pachthoeve in Roosteren, een pachthoeve in St Joost, gemeente Maasbracht (Nederland) en twee derde aandeel in een pachthoeve te Ophoven (België).
Verder betreft Lot A hoofdzakelijk (landbouw)gronden in de gemeente Roosteren; enkele stukken grond bevinden zich in St. Joost, Maasbracht en enkele percelen in Echt en Stevensweert.
Lot A omvat 86 kavels, in de akte “artikelen” genoemd. Ik houd hierna bij de vermelding van de gebouwen de nummering aan zoals die in de akte voor Lot A is opgenomen.
1 “Het Heeren Huis, Pagthof en Stallen, Schuur en verdere aangehorende gebouwen gelijk het zelve aldaar zich bevind met Moeshof, twee Boomgaarden, den Eenen genaamt de Berg en den anderen het overken, verder Eenen Bosquet gelegen onder Roosteren regnoten Roosteren regnoten ten 1ste de Weduwe Niessen, ten 2de de gemeente ter 3de de heer Eijkckolt ten 4de Jan Joseph Graus, groot te zamen drij Bunder zeeven en vijftig vierkante rooden ”. Dit herenhuis was de voorloper van het huidige kasteel Ter Borch te Roosteren, het “stamhuis” van de familie de Plevits.16


Het huidige kasteel ter Borch te Roosteren


72 “Eenen Pagthof genaamd het Klooster geleegen onder de Gemeente te Maasbracht gehugt St Joost bestaande in huis schuur stallen en verdere gebouwen Moeshof Boomgaard en Vijvers”, regnoten De Gemeente en het Else Bosken, groot tesamen een bunder dertien vierkante roeden zeven en zeventig vierkante ellen.17


De Kloosterhof te Sint Joost anno 2019


86 Twee derde delen in een Pagthof genaamd Jettenhof, gelegen in de gemeente Ophoven. In de akte staat verder: “Deze pagthof bestaande in huijs, schuur, stallen, Moeshoff, akkerland, Bemden, houtgewas en hijde bedragen te saamen omtrent Een en twintig Bunders”.18


De herbouwde Jettenhof in 2020


Lot B
In Lot B is onder nummer 82 opgenomen “Den Pagthof te Gebroek19 onder Susteren met Stallen, Schuur en Boomgaard, twee Moeshoven. Regnoten Van de Kamp, het fabriek van Susteren,20 de geleenbeek en Math. Kolen groot een en dertig vierkante rooden”.21


Pachthof te Gebroek voor de afbraak


Pachthof te Gebroek omstreeks 1960. Met dank aan: Mark Laumen


Ik vermeld hieronder de globale ligging van de 144 percelen in Lot B. De percelen in Lot B bevinden zich in de wijde omgeving van de pachthof te Gebroek, verdeeld over een aantal plaatsen. De percelen liggen (in de omgeving van) Baakhoven (Keukeler, Baakhoverveld, Firmele), Gebroek (Kamer), Susteren (Middelveld, Munsterveld), Dieteren (Deeterveld, Schielberg, Koppelveld, Breeder Weg), Holtum, Maaseik (Waijerveld, Gasthuisveld, Bleumerveld, op ”de limite van Ophoven”), Heppeneert en Aldeneik. Van de percelen in Dieteren, Baakhoven en Susteren vermeld ik wel de specifieke ligging en oppervlakte van de percelen en de namen van de aangrenzende eigenaren/percelen.


Kaart Susteren en omgeving


Ik geef, zoals gezegd, voor de percelen in Baakhoven, Dieteren en Susteren de in de akte van verdeling opgenomen omschrijving met de nummers daarvan in de akte in Lot B met de ligging, de oppervlakte en de eigenaren van aangrenzende percelen. Deze eigenaren of percelen worden aangeduid met regnoten. De reden van die uitgebreide vermelding is dat lezers van dit artikel in of afkomstig uit Dieteren, Baakhoven, Susteren en omgeving wellicht de ligging van de percelen en de namen van de aangrenzende eigenaren herkennen, al dan niet na verder onderzoek. Vergissingen mijnerzijds bij die vermeldingen zijn daarbij zeker niet uitgesloten vanwege enerzijds soms de moeilijke leesbaarheid van de handgeschreven teksten en anderzijds mijn gebrek aan kennis van de plaatselijke toponiemen en situatie en namen van eigenaren. Ik geef de beschrijvingen met de nummers en in de bewoording zoals die in het document staan.


Kaart met ligging Baakhoven en Gebroek


Percelen in Baakhoven/Gebroek
6 Eenen bampd op de Keukeler onder de zelve Gemeente (Susteren) regnote Van Hinsberg, groot twintig vierkante rooden.
7 Eenen Bampd op de Keukeler onder de selve gemeente regnote de erfgenamen Bouten, groot acht vierkante rooden.
8 Land op het Reekshoogveld regnoten den Molen Weg en A. Schrienemakers, groot seven en tachentig vierkante rooden.
9 twee Bamptjens aan de hoogveldgens Brug onder de gemeente Susteren, regnoten de Domainen, groot twintig vierkante rooden.
10 Land op het hoogveldje regnoten Andrees Jetten, groot tien vierkante rooden.
11 Land op de baakhover Kamp regnoten frans Meuleners gelegen onder Susteren, groot Neegen vierkante rooden.
12 Land op het Baakhover veld regnoten de Domainen gelegen aan de oude beek, groot een en vijftig vierkante rooden.
13 Land aldaar Regnoten van twee kanten de Domainen, groot veertien vierkante rooden.
14 Land aldaar Regnoten van twee kanten de Domainen, groot vijftien vierkante rooden.
15 Land aldaar genaamt het Bijl regnoten van twee kanten de Domainen, groot vier en dertig vierkante rooden.
16 Land aldaar Regnoten van twee kanten de Domainen, groot elf vierkante rooden.
17 Land aldaar Regnoten ten 1e de Domainen ten 2e Willem Leurs, groot twee en twintig vierkante rooden.
18 Land aldaar Regnoten Arid van de Kamp en frans(?) Meuleners, groot ses en dertig vierkante rooden.
19 land aldaar Regnoten Willem Meuleners en Jacob Peurteners, groot Achttien vierkante rooden.
20 Land op het Baakhoverveld Regnoten de Baakhoverstraat en de vicairie van Susteren, groot twee bunder een en vijftig vierkante rooden.
21 Land op het Baakhoverveld Regnoten Anton Muijffels en Jacq Peskens, groot Een bunder neegen en neegentig vierkante rooden.
22 Een groes aan de oude Beek op het selve veld regnoten de oude Beek en het land vermeld onder nummer 12, groot twee vierkante rooden.
23 Land op het Baakhoverveld den Steenakker genaamd regnoten Vicairie van Susteren en het land gemeld onder nummer 21, groot neegen en neegentig vierkante rooden.
24 Land op het selve veld genaamd den geleenhoek regnoten de gemeente en vicairie Land van Susteren, groot neegen en vijftig vierkante rooden.
25 Land op het selve veld genaamd het Stipken regnoten de Domainen & W. Leurs, groot ses en twintig vierkante rooden.
26 Eenen Boomgaard genaamd het Firmelen gelegen te gebroek…regnoten de Geleenbeek, groot Een bunder ses en dertig vierkante rooden.
27 Land op het firmele veld onder Susteren aan het Vooren Regnoten H. Van Hinsberg & Ritzen, groot Een bunder en twee en twintig vierkante rooden.
28 Land op het firmele veld… aan het Vooren Regnoten H. Van Hinsberg & Ritzen, groot Een Bunder vier en dertig vierkante rooden.
29 Eenen Bampt genaamt het Bosken…regnoten de geleenbeek en J. Swillens, groot twee Bunders een en tachentig vierkante rooden Een en seventig vierkante ellen.
30 Land op het firmeleveld…regnoten Lumens en de vicairie van Susteren, groot acht en vijftig vierkante rooden negentig vierkante ellen.
31 Land op het selve veld in het Roosendael regnoten A. Muijffels & Ritzen, groot Elf vierkante rooden vijftig vierkante ellen.
32 Land op het selve veld regnoten hellebrekers en frans Meuleners, groot twaalf vierkante rooden vijftig vierkante ellen.
33 Land op het selve veld regnoten Adolph Muijffels van twee kanten, groot neegen en twintig vierkante rooden en seeventig vierkante ellen.
34 Land… genaamd de Reekskamp regnoten de Schutten en de Capittel Wijde, groot drij Boender Neegen en seeventig vierkante rooden dertig vierkante ellen.
35 Een Wijde genaamd de Geleenhoek..regnoten het Baakhoverveld en firmele Boomgaard, groot vier en dertig vierkante rooden.
36 Land op het firmele veld het Kempken regnoten van twee kanten Arnol van de Kamp, groot neegen en seeventig vierkante rooden Een en sestig vierkante ellen.
37 Land op het firmele veld …uitschietende op Anton Muijffels, groot seeven en twintig vierkante rooden sestig vierkante ellen.
38 Land op het selve veld regnoten St Jans altaar en G. Hellebrekers, groot een en sestig vierkante rooden seventig vierkante ellen.
39 Land op het selve veld regnoten Adolph Muijffels en verscheidene, groot neegen en dertig vierkante rooden sestig vierkante ellen.
40 Land op het selve veld regnoten de Kerk van Holtum en Arid van de Kamp, groot sestien vierkante rooden sestig vierkante ellen.
41 Land op het selve veld regnoten J. Swillens en Wolter van Hinsberg, groot vier en dertig vierkante rooden dertig vierkante ellen.
42 Eene Wijde genaamt fürsterwijde en Lobbeweitje, regnoten de oude Beek en de Kamerstraat, groot twee bunder Acht en neegentig rooden tachentig vierkante ellen.
107 ackerland onder de Gemeente Susteren geleegen ter plaatse genaamd Baakhoverhoogveld , regnoten ten 1ste het fabriek van Susteren ten 2de Theod. Janssen groot Een Bunder twalf vierkante rooden sestig vierkante ellen.

Percelen in Dieteren
54 Land op overmeer regnoten Jan Lienen & Mevrouw de St Remij, groot vijf en seventig vierkante rooden twintig vierkante ellen.
55 Land op het Deetere veld onder Susteren en agter den Neep regnoten het fabriek en L. Pendris, groot veertien vierkante rooden neegentig vierkante ellen.
56 Land aldaar regnoten Steven Kranen en Antoon Bommen, groot twee endertig vierkante rooden dertig vierkante ellen.
57 Land op het selve veld tusschen den Neepweg en den Breedenweg regnoten Lambert Decrae, groot een en veertig vierkante rooden tachentig vierkante ellen.
58 Land op het zelve veld aan den Neepweg regnoten J. Bocken en J. Horens, groot acht vierkante rooden sestig vierkante ellen.
59 Land op hetzelve veld tusschen den Neepweg en de Breedenweg regnoten Gerard Lienen & Paulus van heel, groot Een bunder vier en twintig vierkante rooden vijftig vierkante ellen.
60 Land op het selve veld regnoten Willem Koonemans, voorhoofs den Breeden weg, groot drij en vijftig vierkante rooden veertig vierkante ellen.
61 Land op het zelve veld aan de Voskoul regnoten W. Koonemans & Peter Schulpen, groot zeeven en veertig vierkante rooden tien vierkante ellen.
62 Land op het selve veld op de Kis regnoten de Kisweg en hendrik Slangen, groot twintig vierkante rooden.
63 Land op het selve veld op de Kis regnoten theod. Beckers en Lambert de Crae, groot neegen en twintig vierkante rooden twintig vierkante ellen.
64 Land op het selve veld op de Kis regnoten Gerard Lienen en Peter van heel, groot achttien vierkante rooden.
65 Land op het Bries(?) achter op het Deterder veld regnoten Jan Slangen en g. vanneer, groot twee en twintig vierkante rooden.
66 Land aldaar regnoten Lambert Horens en theod. Beckers en W. Van de Weert, groot drij en dertig vierkante rooden vijftig vierkante ellen.
67 Land aldaar regnoten Joseph Kusters en Leonard Pendris, groot vijf en sestig vierkante rooden.
68 Land op het selve veld aan de Breeder Weg Regnoten theodore Willems herm. Janssen en theod. Wackers, groot zeeven en vijftig vierkante rooden tachentig vierkante ellen.
69 Land op het zelve veld aan de Houck (?) of Breeder weg regnoten theodoor Willems theod. Beckers en het navolgende stuk, groot vier en vijftig vierkante rooden sestig vierkante ellen.
70 Land op het zelve veld aan den Breeder Weg, regnoten Willem Koenemans theod. Beckers en Peter Schulpen en de Breeder Weg, groot Een Bunder twee vierkante rooden tachentig vierkante ellen.
71 Land op het selve veld op den Berg regnoten Rut Schulpen, Jan Nelissen gerard Lienen en het navolgende stuk, groot een Bunder seeventig vierkante rooden.
72 Land in het selve veld op den Berg Regnoten J. Lienen, R. Kusters & Jan van Hinsberg, groot twee Bunders ses en sestig vierkante rooden twintig vierkante ellen.
73 Land op het selve veld, genaamt Paters Kamp, regnoten Joseph Kusters, Peter Dirx en J. Laroche, groot Een Bunder twee en viertig vierkante rooden seeventig vierkante ellen.
74 Land op het selve veld regnoten Jan Horens den Bidden weg G. Smeets en de Moole straat, groot acht en twintig vierkante rooden.
75 Land op het selve veld op Schielberg, regnoten Gerard Claessens, frans de Crae & de steenkuijl, groot ses en seeventig vierkante rooden tien vierkante ellen.
76 Land aldaar regnoten Anton Bommen en den Bidden weg, voorhoofs Peter Vraats, groot acht en viertig vierkante rooden seeventig vierkante ellen.
77 Land op Schielberg regnoten de erfgenamen Prejean, Jacob Bocken & Jan Jessen, groot negentien vierkante rooden seeven vierkante ellen.
78 Land in het selve veld op Schielberg…regnoten genaamd de Bidde regnoten ten 1e den Bidde weg, ten 2e Peter van heel, Gerard Van Kleef en Jan Janssen, groot drij Bunders drij en sestig vierkante rooden sestig vierkante ellen.
79 Land in het selve veld op Schielberg, regnoten alexander Van der Straaten, Peter Claessen, Lambert Schulpen, groot drij en dertigvierkante rooden, twintig vierkante ellen.
80 Land aldaar regnoten Lambert Bocken, Lambert Schulpen voorhoofs de Leurstraat, groot ses en twintig vierkante rooden tien vierkante ellen.
81 Land in het Koppelveld aangekogt van Jan Schulpen regnoten, groot thien vierkante rooden.


Percelen in Susteren
1 Eenen Kamp of stuk land onder de gemeente Susteren, genaamd Ranbeau (?) regnote de gemeente, groot Een Bunder vijftig vierkante Rooden.
2 Land onder de zelfde gemeente genaamd de thiende schuur, Regnoten de Koestraat en hulsman, groot twee Bunders Acht en dertig vierkante rooden.
3 Houtgewas genaamd Kremers Kamp Regnoten Math. Rouers, groot twee en dertig vierkante rooden.
4 Houtgewasch genaamd de Lange Wijde onder Susteren Regnoten Vergoossen, groot Een Bunder Acht en tachentig vierkante rooden.
5 Land in de Meer onder de selve Gemeente Regnoten Jan Janssen en de Eijschstraat Een Bunder ses en viertig vierkante rooden.
43 Land op Berkeler onder de selve gemeente regnoten Jan Peter Nelissen, groot vier en dertig vierkante rooden twintig vierkante ellen.
44 Land op de Kamer genaamd Sandershoek regnoten Kurbis en de heer Peeters, groot twee en tachentig vierkante rooden tien vierkante ellen.
45 Land op de Kamer regnote Peters en Kurbis, groot een en tachentig vierkante rooden.
46 Land genaamd de Kamer regnote de Heer Peters en de gemeente, groot zeeve Bunders twee en tachentig vierkante rooden twintig vierkante ellen.
47 Eene Wijde en Akkerland op de Kamer regnoten ten 1ste de Kamer ten 2de de heer Peeters en de Kamerstraat, groot twee Bunders neegentig vierkante rooden neegentig vierkante ellen.
48 Een stuk land op het Middelveld onder Susteren regnoten Willem Muijffels en Peter Teunissen, groot ses en tachentig vierkante Roeden.
49 Land aldaar genaamd de hand regnoten fabriek van Susteren en de Louwer straat, groot twee en neegentig vierkante rooden, dertig vierkante ellen.
50 Land op het Munster veld onder Susteren regnoten Peter Dohmen, Ernest Dohmen, L.Backhaus, groot twee Bunders twintig vierkante rooden vijftig vierkante ellen.
51 Land op het selve aan de spiekersteeg regnoten den armen, van Hinsberg en de Munsterveldweg, groot acht en veertig vierkante rooden tachentig vierkante ellen.
52 Land op het selve veld genaamd den Beerenhoek regnoten Joseph Rijkelen en den mijnpasweg, groot ses en dertig vierkante rooden twintig vierkante ellen.
53 Land op mijnpas regnoten A. Jetten en Karel Kelleners, groot twee enveertig vierkante rooden viertig vierkante ellen.

Lot C
De meeste percelen in Lot C bevinden zich aan de westzijde van de Maas met enkele uitzonderingen, waaronder de hierna vermelde pachthoeve “Alffens” met bijbehorende gronden en twee pachthoeves in Maasniel bij Roermond.
In Lot C is onder 1 opgenomen “Den Pagthof Alffens”, bestaande in Pagthof, schuur, stallen en verdere gebouwen gelijk den zelve zig bevinden met omtrent vier en dertig Nederlandsche Bunders zoo ackerland Bempden houtgewasch huisplaats moeshoff Boomgaaard als meeden eenen Bampt reinende aan de Bempden van Alffens aangekogt in deeze jaar van de familie Peter Vlecken alle gelegen onder de gemeente Millen Koningrijk Pruisschen, alsnog twee Bempden onder de gemeente Havert”.22


Het nieuwe Haus Alfens anno 2019 te Millen, Selfkant (Duitsland),
gelegen tegenover de in de tweede wereldoorlog verwoeste Wasserburg Alfens


In lot C zijn 26 percelen in Rothem23 en 11 percelen in Ophoven opgenomen. Rothem, nu geschreven Rotem, is gelegen ten zuiden van Maaseik en behoort thans tot de gemeente Dilsen-Stokkem.
Als laatsten zijn twee hoeves in Lot C opgenomen.
43 “Eenen Pagthoff geleegen onder de gemeente Maasniel genaamt Kornelishoff bestaande in huijs schuur stallen en verdere gebouwen, akkerland houdgewasch groes of schaapsweide Moeshoff in totaal groot omtrent vier en twintig Bunders”.24


Kornelishof te Maasniel


44 “Eenen Pagthoff Bosmanshoff geleegen onder de gemeente Maasniel bestaande in akkerland huijs Moeshoff schuur stallen en Groes groot in totaal omtrent zes boenders”.25
De in Lot C opgenomen onroerende goederen liggen nu in Duitsland, België en Nederland.

Lot D
De percelen in Lot D bevinden zich allen in het huidige België, zowel in Belgisch Limburg (Vlaanderen) als in Luik (Wallonië). Lot D bevatte 92 “artikelen”.
In Lot D is onder 1 opgenomen “Het heeren huis, den Pagthoff schuur stallen en annex gebouwen met de plaats, waar op staande deeze gebouwen, den Boomgaard en den hoppenhoff naast het Heeren Huis, Reinende ten eerste Vreeven, ten 2de van hoeve, den wal en den Weller straat alsnog een moeshoff teegen over het huis gehorend bij den pagthoff, Rijnende aan Meckers, den Wal en den Weller Straat, welke percelen begreepen onder Nummer Een, te samen groot negentig vierkaante Rooden”.26


Volgens informatie van Ivo Gillisen van de Geschiedkundige Kring Daris Borgloon
zou het herenhuis na de linkerpijl na het witte vakwerkhuisje gelegen hebben.


Van de overige in Lot D vermelde negentig percelen noem ik de plaatsen waar zij gelegen waren. Dat waren Borgloon, Rijkel, Cuttecoven, Broussem, Loweige, Fexe-Slins, Liersten en Villert St. Simon.

De daadwerkelijke verdeling van de onroerende goederen in de
nalatenschap van Georgius Jacobus Baron de Plevits

De uitgebreide beschrijving van de 346 percelen in de akte had uiteraard een doel namelijk de verdeling van dit belangrijk deel van de nalatenschap onder de vier erfgenamen.
Tussen de erfgenamen is volgens het document verder overeengekomen:
1 dat alle grondlasten aan den Staat verschuldigd over het jaar 1825 uit de gemene kas voldaan zullen worden;
2 dat alle “vrugten, Baaten en profijten” van heden af aan elk der deelgenoten zullen toekomen, die voor dat jaar komen te vervallen, te beginnen met de eerstkomende pacht;
3 dat iedere deelgenoot “zich vergenoegd” zal houden met het deel dat hem bij loting is toegevallen en afstand doet van alle pretentie op de goederen die aan de andere deelgenoten zullen toevallen;
4 dat ieder deelgenoot verplicht is elkaar onderling te vrijwaren jegens “alle stoornissen en evictie” die plaats gehad hebben voor de verdeling.
In de akte staat verder het volgende: “Na het geene voorschreven gesamenlijk met Kennis van zaken opgemaakt te hebben en ten volle daar mede genoegen neemende zijn wij overgegaan tot de trekking der Looten”. De Loten werden dus bij trekking door de erfgenamen verdeeld. De trekking van de loten gebeurde in het bijzijn van de heer Laurent Maas, Eerste luitenant, met verlof in Roosteren, en Arnold Niessen, dagloner, woonachtig te Roosteren, die daartoe waren aangezocht.
Het Lot A, met het herenhuis in Roosteren, een pachthof te St Joost en twee derde van de Jettenhof in Ophoven en percelen in voornamelijk Roosteren en Maasbracht (Sint Joost), viel toe aan Jan Paul De Plevits.
Het Lot B, met de pachthof in Gebroek (Susteren) en percelen in Susteren, Baakhoven, Dieteren, Susteren, Holtum en Maaseik, viel toe aan Jan Baptist De Plevits, burgemeester van Susteren. Tot de goederen van lot B behoorde dus de inmiddels verdwenen pachtboerderij te Gebroek, gemeente Susteren. Jan Baptist de Plevits is daar op 7 juli 1844 overleden.27
Het Lot C, met de pachthoven Alfens te Millen (Duitsland), Kornelishoff te Maasniel en Bosmanshoff te Maasniel en met een groot aantal percelen in Rothem (België) en Ophoven (België) en enkele kleine percelen in Echt, viel toe aan Willem De Plevits.
Het Lot D, met het herenhuis en Pachthoff te Borgloon (België) en percelen in Borgloon en omgeving, viel toe aan Agnes Sijbilla De Plevits.
De akte is ondertekend te Roosteren op 26 augustus 1825 door de heren De Plevits, mevrouw Barbou, “gebooren de Plevits” en haar echtgenoot de heer Barbou, alsmede twee getuigen Maas en Niessen.28

Samenvatting
In dit artikel heb ik globaal de verdeling van onroerende goederen, behorende tot de nalatenschap van Georgius Jacobus Baron de Plevits in 1825 beschreven. Deze verdeling tussen zijn vier kinderen is vastgelegd in een onderhandse, handgeschreven akte van 28 pagina`s. Deze akte bevindt zich in het particuliere familiearchief van een afstammeling van de familie de Plevits. De nalatenschap omvatte aan onroerend goed 346 percelen, waaronder herenhuizen, pachthoeven, akkerland, weiland en bos. De totale oppervlakte daarvan heb ik niet berekend maar bedroeg vele honderden hectares. De renten en erfpachten bedroegen 18.388 gulden en 74 centen. In dit artikel heb ik in het bijzonder aandacht besteed aan de verkrijging en verdeling van onroerende goederen in Susteren, Baakhoven en Dieteren en van de gebouwen in de nalatenschap. Ik hoop daarmee een bijdrage te hebben geleverd aan de lokale en regionale geschiedschrijving.

Noten:
  1. Wil Filott is (gepensioneerd) jurist en regionaal amateurhistoricus
  2. De heer en mevrouw Crewe-Jones – Van Mierlo uit Susteren hebben mij een aantal unieke, nimmer gepubliceerde documenten (akten) uit het familiearchief van de familie de Plevits uit de periode eind achttiende tot halverwege de negentiende eeuw ter beschikking gesteld. De heer Crewe-Jones is een afstammeling van Agnes Sibilla de Plevits, de laatste vrouwelijke telg uit het geslacht de Plevits met die naam. Agnes Sibilla de Plevits, geboren in 1785 en overleden in 1860 te Roosteren, trouwde op 1 juli 1803 in Roosteren met Jan Baptist Peter Barbou, geboren op 15 november 1766 te Amsterdam en overleden 2 oktober 1854 te Luik.
  3. De vader van Georgius Jacobus de Plevits was Joannes Paulus “des H.r. Rijksridder” de Plevits. H.r. Rijksridder staat voor “Reichsritter im Heiligen Römischen Reich deutscher Nation”, lage adel die rechtstreeks (reichsunmittelbar ) onder de keizer ressorteerde. Deze Joannes Paulus was advocaat en luitenant-kolonel in het leger van de Rooms-Duitse keizer Karel VI (1685-1740; vanaf 1711 tot 1740 keizer). Ook was hij heer van Petersheim (Borgloon). Johannes Paulus de Plevits was eigenaar en bewoner van het Herenhuis ter Borch te Roosteren. Hij is op 7 januari 1728 in Maastricht gedoopt. Hij is op 21 jarige leeftijd op 1 juli 1749 te Borgloon in de kerk getrouwd met Agnes Sibilla Craeghs, geboren 4 juli 1716 te Maaseik, overleden 8 november 1774 te Roosteren, dochter van Laurent Crags, oud-burgemeester van Maaseik en Catharina Vreysen. Laurentius Craghs was de wettige zoon van Reinier Craghs en Geertruida Beckx. Geertruida Beckx was een dochter van “saliger Borgemeister” Mathijs Beckx en Sibijla Volquins. Deze Mathijs Beckx was ook burgemeester van Maaseik geweest. Het burgemeestersambt van Maaseik was blijkbaar een familiezaak. Via het huwelijk met Agnes Sibilla Craegs heeft Johannes Paulus de Plevits vermoedelijk in 1764 het herenhuis en de hof ter Borch te Roosteren verkregen. Hij is overleden op 18 maart 1802 te Roosteren, 74 jaar oud.


    Afdruk trouwakte van Joannes Paulus de Plevoets en Agnes Sibilla de Craghs uit 1749 te Borgloon.

    De grootvader van Georgius Jacobus de Plevits was Joannes Baptista Plevoudts (De Plevoudts), geboren tussen 1695-1700, overleden op 14 juni 1739. Hij was kolonel in het keizerlijke leger (1739). Hij was gehuwd met Maria Catharina (de) Groutars, overleden op 20 mei 1763 te Borgloon.
    De overgrootvader van Georgius Jacobus de Plevits was Jacques Plevoets, geboren omstreeks 1660, overleden op 24 juli 1736 te Groot-Gelmen (thans een deelgemeente van Sint Truiden), gehuwd voor de kerk op 6 september 1695 te Groot-Gelmen met Marguérite Bartholeijn, geboren op 4 juni 1658 te Groot-Gelmen, gestorven in 1737 in het Begijnhof van Sint Truiden.
  4. Het leengoed ter Horst was sinds het midden van de 16de eeuw in het bezit van de familie von Holthausen. “Bij besluit van burgemeester, schepenen, raad en Hoofdgerechtshof van de stad Echt wordt Hans Willem van Holthuysen in 1660 voor zich en zijn erven bevestigd en in het bezit gesteld van het leengoed te Horst” tegen betaling van 1200 guldens. ( Bron: “Het leengoed ‘de hoff ter Horst’ in Echt”, Lei Theelen in jaarboek Heemkundekring “Echterlandj”, nummer 15, 2019 pag. 286)
  5. Bron: document uit het particulier archief van de familie de Plevits.
  6. Jan Baptist de Plevits was ten tijde van de verdeling behalve rentenier ook lid van Provinciale Staten van Limburg en burgemeester van Susteren. Later was hij ook vrederechter in Sittard. Ook schijnt hij betrokken te zijn geweest bij het streven van Dieteren om een zelfstandige parochie te worden. In het artikel “Dieteren wordt een zelfstandige parochiegemeenschap (1833-1835)” van A.J. Munsters M.S.C. staat: “Tenslotte wijst Leurs erop, dat het verzoek om scheiding van Susteren de boeren van Dieteren is ingegeven door baron de Plevits, vroeger burgemeester van Susteren en vrederechter te Sittard”. Bron: Historisch Jaarboek van het Land van Zwentibold, 1981 volume 2, pag. 51.
  7. De handelingsonbekwaamheid van een gehuwde vrouw werd in Nederland pas in 1956 opgeheven.
  8. Bij organiek besluit van 16 februari 1816 was Jean Paul de Plevits de Roosteren “geadmitteerd” (toegelaten) in de Ridderschap van Limburg met de titel van baron.
  9. De vader van Georgius Jacobus de Plevits, Jean Paul de Plevits, was voor de inwoners van Dieteren blijkbaar geen onbekende, namelijk heer van Dieteren. Drs. G.W.W. van den Bergh schrijft in het artikel “Die Heerlickheyt van Dyeteren”, opgenomen in de feestgids, uitgegeven door schutterij St Stephanus ter gelegenheid van de organisatie van het Oud Limburgs Schuttersfeest op 7 juli 1985 het volgende: “Door het huwelijk van hun dochter Catharina werd Willem Schilling van Gustorf heer van Dieteren. Diens kinderen verkochten hun rechten en goederen te Dieteren in 1781 aan Jean Paul de Plevits, die door huwelijk met Agnes Sibilla Craghs alias Schoolmeesters ook al heer van Roosteren was. Zoon Georg Jacob noemt zich De Plevits tot Pietersheim en Dieteren. De heerlijkheidrechten op Dieteren zullen zeker niet ontkomen zijn aan de verbeurd-verklaring door de Franse Revolutie. Na het uitsterven in de mannelijke lijn van de familie de Plevits (een vrouwelijke linie vindt voortzetting in het geslacht Barbou van Roosteren) treffen we de oude zetel van de leengoederen, de Koppelhoeve, aan in het bezit van de familie Schoolmeesters. Anna Maria Schoolmeesters huwde met Lambert Schulpen, bij oudere Dieterdenaren zeker nog bekend als “Bert oette Koppel” ”. Het artikel is ook te vinden op www.deetere.com.
  10. De aanhef van de akte luidt als volgt: “Nous Guillaume Premier par la Grâce de Dieu, Roi des Pays-Bas, Prince d`Orange-Nassau, Grand-Duc de Luxembourg.. ” Vertaling: Wij Willem de Eerste bij de gratie Gods Koning van de Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, Groot-Hertog van Luxemburg.
  11. Mogelijk is dit dezelfde persoon die in voetnoot 9 vermeld staat als “Bert oette Koppel”.
  12. De aanhef van deze akte luidt: “Napoleon par la Grace de Dieu et le constitution de L`Empire Empereur Des francais Roi d`Italie protecteur de la Confederation du Rhin Mediateur de la Confederation Suisse..”. Vertaling: Napoleon bij de gratie Gods en de grondwet van het Keizerrijk Keizer van de Fransen, koning van Italië, beschermer van de Rijnbond bemiddelaar van de Zwitserse Bondsstaat.
    N.B. De Rijnbond was een confederatie van staten van Duitse koningen, hertogen en vorsten van 1806 tot 1813. In feite waren het vazalstaten van het Franse Keizerrijk.
  13. De aanhef van deze akte luidt: “Willem, Bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, Groot-Hertog van Luxemburg..”.
    NB. De standplaats van notaris Schoolmeesters is blijkbaar inmiddels gewijzigd van Echt naar Maaseik.
  14. De aanhef van deze Nederlandstalige akte luidt: “Au nom de la Republique francaise”.
  15. Onder de akte staat geschreven: “Dit Stuck is vertoust met een Stuck Landt op het firmele velt aan Wilhelmus meulenaers woonagtig te backhoven”. “Vertoust” is verpacht. Op de omslag van het document staat verder geschreven “Stuck landt op het firmelder velt in het Kempken uijschietende op de gebroeker Straat ende den mistwegh” en “Bij mangeling overgedraagen aan W Meuleners van Baakhoven”. ‘Mangeling’ is ruiling.
  16. De verwerving van de eigendom van het herenhuis en de pachthof te Roosteren heb ik niet uit de mij ter beschikking staande documenten kunnen achterhalen. In het boek “Roosteren wie het reilde en zeilde” is op pagina 38 het huwelijk vermeld van Jean Paul de Plevits, vader van Georgius Jacobus de Plevits, met Agnes Sibilla Craghs. Bij Agnes Sibilla Craghs staat het volgende: “Agnes Sibilla Craghs, alias Schoolmeesters. Vermoedelijk bracht zij door dit huwelijk “Ter Borch” en “In gen Noelken” in bezit van de Plevits en werd deze er laatheer ( +/- 1764). ”. Op pagina 36 van hetzelfde boek staat onder meer: “Ter Borch zelf en zijn goederen schijnen omstreeks 1750 door huwelijk met Agnes Sibilla Craghs gekomen te zijn aan Jean Paul baron de Plevits, heer van Petersheim en Borghloon, die in deze tijd Ter Borch weer opbouwde en er zich vestigde. Hierbij heeft de relatie van leden van de familie Schoolmeesters met de familie Craghs een grote rol gespeeld.” en “Hermannus Schoolmeesters, in 164, 1657 en 166 burgemeester van Roosteren, was in 21-10-1636 te Maaseik gehuwd met Catharina Craghs, Een nicht van deze Agnes Sibilla Craghs, alias “Schoolmeesters” genoemd, en de echtgenote van Jean Paul de Plevits was gehuwd geweest met een Schoolmeesters”. Hoewel geen documenten vermeld worden die vorenstaande verkrijging staven, lijkt die wel plausibel.
  17. De Kloosterhof is een restant van het rond 1300 gestichte klooster van de orde van de Cauliten. De Cauliten was een omstreeks 1200 door een Kartuizer monnik gestichte strenge orde. De naam Cauliten is afgeleid van de naam Vallis Caulium van het eerste klooster van deze orde in Val-des-Choux in Bourgondië. In 1458 beleent Diederick van der Horst (van Hoeve de Horst op de Slek) zeven bunders land aan de Melixgraaf (Middelsgraaf) aan het klooster. Ik merk op dat de echtgenote van Georgius Jacobus Baron de Plevits Joanna Francisca Hendrica von Holthausen van Horst heette, van dezelfde Hoeve de Horst. Land bij de Middelsgraaf komen we tegen bij de verdeling van de erfenis van Georgius Jacobus Baron de Plevits. De Kloosterhof werd in 1781 door Jan Paul de Plevits, heer van Petersheim, vader van de erflater, verworven van het bisschoppelijk seminarie te Roermond. Deze Jan Paul de Plevits schonk op 20 maart 1782 de pachthof te St Joost met alle bijbehorende landerijen en andere goederen aan Georgius Jacobus Baron de Plevits en zijn aanstaande echtgenote Johanna Francisca Hendrica von Holthausen van Horst, twee dagen voor hun huwelijk.
  18. Voor dit artikel, dat onder meer handelt over verkrijging en verdeling van grondeigendom van de familie de Plevits, zijn de volgende passages uit een artikel van de heer Poukens in “Doa raostj gèt”, het Driemaandelijks Heemkundig Tijdschrift van de Geschied- en Heemkundige Kring Kinrooi, Jaargang 12 no 3 van 15 september 1993 interessant. Deze passages citeer ik hierna letterlijk.
    “Op 17 februari 1759 verscheen de heer J.P de Pleivoets, licentiaat in beide rechten en advokaat, voor Mathijs Smeulers, Simon Reynders en Martinus Rutten, schepenen der justitie van Ophoven ende Geistingen en toont een notariële akte van verkoop verleden voor notaris Gisbert Carlo van der Meeren getuigen op 16 februari 1759 volgens de welke den Eerw. Heer Joannes Michael Dierna en juffrouw Maria Anna Dierna bij wijze van erfelijke verkoop aan den heer Joannes Paulus Pleivoets alle “aenparte”(aandeel) die zij hebben in de “winhof” (pachthoeve) met alle sijne onderhoorende landerijen, weijde,. beempden, houtwasch ende bestialen (vee) met alle aencleven (bijbehorende zaken) van dien, geleghen aen den Ram onder de jurisdictie van Ophoven ter Rijkse Nature genoemd “Jeuttenhoff” en aan ieder den bovengenoemde “transportanten” voor een achttiende deel toebehorende in het geheel dus een negende deel in voornoemde winhof in dezer verkoop overgedragen, toegevallen na de dood van de heer oud-burgemeester Joannes Mathias Leyens zaliger (9/10/1754) bij acte van conventie tussen de genoemde transportanten ende medeconsorten op datum van 28 december 1754.”
  19. Deze pachthoeve was een grote, witte boerderij met vrijstaand groot bakhuis in het voormalige gehucht Gebroek, gelegen ten zuidwesten van Baakhoven. De boerderij is net als alle andere bebouwing in Gebroek afgebroken. Gebroek bestaat niet meer. Het gehucht heeft plaats moeten maken voor gebouwen voor handel en industrie.
  20. Met “fabriek van Susteren” wordt de kerk (parochie) van Susteren bedoeld.
  21. In de mij ter beschikking staande documenten bevindt er zich geen die met zoveel woorden melding maakt van de verkrijging van de pachthof te Gebroek door de Plevits. Wel is er een in het Frans gestelde koopakte van 11 juli 1817, verleden voor Thomas Gerard Delahaije, koninklijk notaris te Sittard, waarin Henri Meuleners, akkerman wonende in het gehucht “Brouck”, gemeente Susteren, aan George Jacques Baron De Plevitz, wonende te Roosteren, en zijn broer Jean Paul Baron De Plevitz verkoopt een (grote) woning (“local de demeure”) met aanhorigheden en bijgebouwen, gelegen te “Brouck”, grenzend aan een kant aan de kopers en aan de andere kant aan de verkoper en uitkomende op Matthias Kohlen. De grootte van het verkochte was ongeveer vier aren zeven centiaren. De koopprijs bedroeg honderd vierentachtig gulden en drie en zeventig cent Nederlands of vierhonderd gulden Kleefs geld. Bijzonder is dat in de akte verder staat dat na de “sluiting” van de akte de verkoper heeft opgemerkt dat de oppervlakte van het verkochte slechts twee aren en drie centiaren bedroeg. Of daar gevolgen aan verbonden waren staat niet in de akte. Mogelijk heeft deze koop betrekking op de pachthof te Gebroek.
  22. De verkrijging van Alfens door de Plevits vergt een wat ruimere beschrijving. Joanna Francisca Hendrica von Holthausen was in 1785 betrokken bij een overeenkomst gesloten tussen de “freiherrliche Erbgenamen von Hove”.
    De overeenkomst betrof de verdeling van de nalatenschap in Holtum van Maria Theresia Horrichs, overleden op 28 april 1785 te Holtum, weduwe van Leo Alexander van Hove, overleden op 26 augustus 1751 te Brussel. Bij die overeenkomst trad als partij onder meer op “freiherr Johan Paul von Plevits, Herr zie Petersheim, namens seiner Schnur (schoondochter) Johannae Franciscae Henriettae geborhner frieinne von Holthausen”. De overeenkomst is door partijen op 15 oktober 1875 onderschreven (ondertekend) “aufm haus Holtum”, `s middags klokslag twaalf uur (“mittags glocke zwölf”). De vader van Joanna Francisca Hendrica, Johannes Harthandus von Holthausen was gehuwd met Maria Josepha van Hoven. Dat verklaart de deelgerechtigheid van de von Holthausens in voormelde nalatenschap.
    Andere partijen bij die overeenkomst waren “Freiheer Carl Philip von St. Remij, namens und in zustand seiner gemahlinne, gebohrener freinne von Hove”, “Johan Joseph Nicolas, freiherr von Hove” en advocaat Nybelen, “curator nomine (voogd namens) des minderjährigen freiherrn Justini Emmanuelis van Holthausen”. Freiherr von St. Remij kocht in 1787 kasteel Witham (Wittem) te Nieuwstadt van de familie van Hoensbroeck.
    Voor dit artikel is het volgende van bijzonder belang. Tussen de partijen werd overeengekomen 3tens “solle das Anteil Alfens praevio consensu verkauft , und der kaufschillung getheiltt werden.”.
    4tens “solle die übrige landereijen, wiesen, benden, und sonstige erbstücke unter sämtliche herrn condividenten verteilt werden”
    Hoewel dat niet blijkt uit de mij ter beschikking staande documenten, heb ik uit een andere bron geconcludeerd dat Georgius Jacobus de Plevits, echtgenoot van Johanna Francisca Henrietta von Holthausen, het “Anteil Alfens” en de percelen grond heeft verworven. Tot de nalatenschap van Georgius Jacobus behoorde immers “Den Pagthof Alffens, bestaande in Pagthof, schuur, stallen en verdere gebouwen gelijk den zelve zig bevinden met omtrent vier en dertig Nederlandsche Bunders zoo ackerland Bempden houtgewasch huisplaats moeshoff Boomgaaard als meeden eenen Bampt reinende aan de Bempden van Alffens”.
    De vermelding van “Anteil Alfens” duidt erop dat er ook een of meer andere gerechtigden tot Alfens waren. Het riddergoed Alfens was in 1654 door de Mannkammer van Millen beleend aan Theodor von Westrem zum Holtum. Nadat door huwelijken Alfens in het bezit van andere families was gekomen, verkocht Ludwig Anton von Brempt in 1764 zijn aandeel (de helft) in Alfens aan Hattart von Holthausen. Johanna Francisca Henrietta von Holthausen, had al eerder de helft van Alfens gekregen van haar tante, Theodora Felicitas von Holthausen zu Horst, weduwe van Hattart von Holthausen. Dat was gebeurd bij een Eheberedung” (“huwelijksverdrag”) op Huize de Horst te Echt op 28 maart 1782.
  23. Johannes Paulus de Plevits, vader van de erflater, was ook bezitter van de Hof van der Meulen te Rotem, een cijnshof. In het artikel “Van een ‘Laetheer’en een “Laethof’” van Jac. Vrancken in het Limburg`s jaarboek jrg.
    11, nr 3 staat in verband hiermee op pagina 197: “Chins-register toebehorende aan den Eedelen-Eerentfesten Heer Jean Paul de Plevits des heijligen Rooms Rijck Ridder, Heere van het adelijk huis Pietersheim, tot Borgloon, Erf-Laetheer des hofs van der Meulen, genaamd den Manhof van der Meulen, sorterende onder Rothem…”. en op pagina 206: een cijnshof waar “den Hoogh Edelen Welgeboren Heer Chevalier de Plevits op desens adelijck huijs tot Roosteren ” de cijnsen trok.
  24. Cornelishof was eeuwenlang eigendom van de Kruisbroeders te Roermond. Deze orde had zich in 1422 in Roermond gevestigd op de plaats van de Corneliskapel (hoek Hamstraat). Ik heb verder geen onderzoek naar de lotgevallen van deze pachthof gedaan. De situatie veranderde voor de Kruisbroeders dramatisch in 1783. Keizer Jozef II van Oostenrijk vaardigde op 17 maart 1783 een edict uit waarin, “in het belang van de godsdienst en de mensheid, kloosters van beide kunne, waar slechts een louter bespiegelend leven geleid wordt en die volkomen onnut zijn voor de godsdienst, de staat en de evenmens, worden afgeschaft”. Kloostergemeenschappen die zich niet bezig hielden met zielzorg, ziekenzorg of onderwijs werden als nutteloze instellingen beschouwd. Anders gezegd: contemplatieve orden, waarvan de leden voornamelijk een beschouwend leven leiden, bestaande uit gebed en meditatie, en geen of weinig pastorale taken vervulden, werden opgeheven. Hun bezittingen kwamen toe aan de staat. Roermond behoorde toen tot de Oostenrijkse Nederlanden. Het klooster van de Kruisbroeders van Roermond werd ook opgeheven en zijn goederen werden door de overheid genaast. Waarschijnlijk gold die naasting ook voor de Kornelishof net zoals dat het geval was voor de bezittingen van de Kruisbroeders in Dieteren. De voormalige bezittingen van de Kruisbroeders in Dieteren, ongeveer 18 hectare zijn in 1820 door Domeinen van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden in Maastricht in het openbaar verkocht.
  25. In “Onder den Klockenslagh van Neel, Leeuwen en Asenray” van Jan Ruijten staat op pagina 466 over Bosmanshof onder meer het volgende vermeld: In het register van 1766 staat hier een gebouw getekend met daarnaast de tuin en een klein moeras. Dat is een halve eeuw later wel anders. Bosmanshof staat dan op naam van Jan Barbou, rentenier te Roermond. Het huis met de stal, erf, bakhuis en akker lag toen aan de overkant. De woning kwam later op naam van Catharina Verstegen. De erfgenamen van Catharina Verstegen en haar man Mathijs Schrijvers verkochten in 1823 een huis voor 822 gulden (in zilveren munt) aan baron de Plevits te Roosteren. De boerderij werd zodoende bij Bosmanshof gevoegd en ging daarna over op diens schoonzoon Jan Baptist Barbou. In 1855 ging de pachthof met enig grasland en 7 ½ ha akkerland over op Frans Burghoff, koopman te Roermond. Uitgaande van de juistheid van deze vermelding, zou Jan Barbou rond 1816 eigenaar van Bosmanhof zijn geweest en zijn schoonvader, Georgius Jacobus de Plevits in 1823 een tegenover Bosmanshof gelegen huis hebben gekocht. In de akte van verdeling van 1825 is sprake van “Eenen Pagthoff Bosmanshoff geleegen onder de gemeente Maasniel bestaande in akkerland huijs Moeshoff schuur stallen en Groes groot in totaal omtrent zes boenders”. Dat duidt erop dat Bosmanshof geen eigendom meer was van Jan Barbou maar van zijn schoonvader, Gregorius Jacobus de Plevits.
  26. De verkrijging van het herenhuis en de pachthof te Borgloon door de familie de Plevits heb ik niet kunnen achterhalen.
  27. In een onderhandse akte van verdeling tussen Willem Xavier Baron De Plevits en Agnes Sibilla Baronnesse De Plevits van 23 oktober 1849 staat: “verdeling van de onroerende goederen nagelaten door wijlen hunnen broeder Jan Baptist Baron De Plevits, overleden te Gebroek, gemeente Susteren den zevende Julij 1800 vier en veertig”.
  28. Blijkbaar bestond er een (vertrouwens)relatie tussen de familie de Plevits en de familie Niessen. In een tweetal vonnissen in 1860 van de Kantonrechter te Sittard inzake de ontbinding van mondelinge pachtovereenkomsten van een aantal percelen grond in Dieteren trad Willem Niessen, winkelier te Roosteren, op als gemachtigde van de verpachtster, Agnes (in de vonnissen aangeduid met :Annessa) Sibilla de Plevits.


Reacties op dit artikel kunt u sturen naar het e-mailadres filot001@planet.nl.




Heeft U een suggestie of opmerking, mail naar info@deetere.nl