HISTORIE
Hieronder een informatief verhaal opgetekend door Jan Bus.

Langs Dieterse dreven

Op stap met Lei Schulpen

Enige tijd geleden heeft Lei Schulpen me enkele kenmerken van het Dieterse landschap laten zien. Hierbij een kort verslag van onze eerste terreinverkenningen

Het drielandenpunt
Zoals we weten is het drielandenpunt het hoogste punt van Nederland. Dieteren heeft ook zo’n punt maar dan het laagste punt van Dieteren grenzend aan de voormalige gemeenten Roosteren en Echt. Dit laagste punt ligt links van de Beuningerweg in de draai vlak voor we een beetje hoger op naar rechts naar Ophoven gaan, tegen de Middelsgraaf. Hier staat vaak een rode vrachtwagen met champignonmest geparkeerd Dit is het noordwestelijkste punt van Dieteren.



Ligging van Dieteren
Susteren ligt hoger dan Dieteren. Dit is nog te zien aan het kleef; dat is een lange lage helling in het veld. In dit geval is het een helling van circa 60 centimeter hoog. Wat nog over is van deze lage helling kunnen we zien als we het laatste weggetje voor het fietstunneltje aan de Louerstraat vanuit Dieteren links inlopen. Dit veldweggetje heet de Koekampsweg. Het ruwe struikgewas links ligt duidelijk lager dan het veldweggetje. Als we doorlopen komen we in het open veld en zien we het hoogteverschil beter. De hogere velden rechts behoren aan Susteren en de lagere velden links zijn van Dieteren. Het kleef wordt minder hoog, als we het in dit vlakke land zo mogen noemen, en tegen het weiland voor het bos is er niets meer van over. Het loopt op niets uit

Afwatering
Het Dieterse terrein ligt aan de Susterse kant, de oostkant, hoger dan aan de westkant, de kant van de Geleenbeek, waar de Beuningerweg langs loopt. Dit is niet overal het geval maar daar vertelt Lei Schulpen een ander keer over. De natuurlijke afwatering is dus van oost naar west. Om deze natuurlijke afwatering in de hand te houden heeft men een aantal afwateringsgreppels gegraven. Een van deze graven is de Coppelveldgraaf; deze loopt aan de rechterkant van de sportvelden, vanaf de Maaseikerweg, kruist de Louerstraat en gaat achter links langs vermeld kleef en de visvijvers. Deze graaf verenigt zich met de voormalig genaamde Tamperbrooksgraaf en komt uiteindelijk uit tegenover de observatiepost van de natuurwacht vlak bij de Doorderweg in de Middelsgraaf.

Vanuit de spoorwegovergang naar het diepste punt (Middelsgraaf van oost naar west).
De spoorwegovergang op de Rijksweg naar Echt is het noordoostelijkste punt van Dieteren Als we vanaf hier richting Ophoven de Middelsgraaf aflopen zien we dat de graaf steeds breder wordt. Aan de spoorwegovergang is de graaf amper 2 meter breed en onder Ophoven aan het eindpunt is ze wel 4 meter breed.

Taterbos
We komen eerst door het Taterbos. Het valt op dat het Taterbos vrij nat is; je komt er zeker niet droogvoets door. Dit betekent dat de mens niet ingegrepen heeft en het water niet op kunstmatige manier afgevoerd wordt. Dit moerasbos geeft ons een beeld hoe drassig en nat veel velden in het winterseizoen in de jeugd van Lei Schulpen geweest moeten zijn. Het was de tijd voor de ruilverkaveling; hij zal ons hier een andere keer meer over vertellen.

Zijtakken
Langs de graaf op de dijk heb je geen last van natte voeten. We passeren rechts de Doort, zien links waar de buis van de Coppelveldgraaf in de Middelsgraaf komt. We steken de Doortweg over en gaan een stukje door de Doort. Op een gegeven moment zien we op een afstand van enkele meters 2 stuwen achter elkaar. Tussen deze stuwen mondt de Kanjelbeek uit in de Middelsgraaf.We zijn aan de Echter kant Als we de Kanjelbeek een klein stukje oplopen zien we dat deze het overtollige water van de vijvers aan beide zijden afvoert. Als het lange tijd hard regent kan men met behulp van de 2 voormelde stuwen in de Middelsgraaf het niveau van de vijvers en ook van de Middelsgraaf in beide richtingen regelen.

Naar het eindpunt
Alvorens we weer op het diepste punt zijn, passeren we een pijler en het restant van de oude trambaan. We steken de Beuningerweg over en zien voor ons een kleine pompinstallatie met erachter rechts de Echter Molenbeek (hierover straks meer) en links een opvangbassin. We moeten tot aan de autoweg doorlopen om het hele opvangbassin te kunnen zien. Het bassin maakt een hoek naar links, het ligt verborgen achter een droge bedding met dijken(hierover straks meer).

Vanuit de Maaseikerweg naar het diepste punt (Beuningerweg van zuid naar noord)
We fietsen parallel aan de Geleenbeek en merken dat het terrein heel licht afloopt. Oud Roosteren ligt aan de andere kant van de Geleenbeek De loop van de Geleenbeek is in dit jaargetijde gemakkelijk te volgen door de gele koolzaadplanten die op de dijk bloeien. Links de Beuningerhof en voorbij de stal van Smeets houden de koolzaadbloemen op, maar het lijkt wel of de dijk doorloopt naar het diepste punt. Op dit punt gaat de Geleenbeek onder de autoweg door en begint de aftakking van de aloude Echter Molenbeek. Op de Tranchot kaart(1805) is op deze plaats een sluis ingetekend, hier is niets meer van terug te vinden. Navraag bij de heemkunde vereniging Echter Landj wijst uit dat nog geen onderzoek is gedaan naar de oude aftakking De bedding van deze aftakking is nu droog en het lijkt wel of de koolzaadplanten op de dijk niet voldoende vocht krijgen om te kunnen groeien. De plantengroei van de dijken van deze droge bedding is dor. De dijk steekt wel af tegen de erachter staande bomenrij Als we deze dijk volgen komen we vanzelf aan op het diepste punt van Dieteren.

De Echter Molenbeek
Bij het diepste punt staat een pompinstallatie. We lopen het dijkje op en we staan op een doorgang tussen de afgesloten, droge bedding van de oude Echter Molenbeek links en de nieuwe Echter Molenbeek rechts. We zien ook dat de nieuwe molenbeek het water niet meer krijgt uit de Geleenbeek maar uit de Middelsgraaf. De pompen zorgen ervoor dat bij te lage waterstand in de Middelsgraaf de molenbeek toch voldoende water krijgt. De Middelsgraaf loopt via een duiker door in een terugloopkanaaltje.

De Geleenbeek
Als we langs de oude molenbeek links vanaf het diepste punt teruglopen naar zijn oude aftakking vanuit de Geleenbeek zien we dat de Geleenbeek lager ligt dan de oude aftakking, ook zien we dat de bedding en de oevers van de Geleenbeek verstevigd zijn, de Geleenbeek ligt diep verankerd in een nieuwe bedding.

De terugloop
De nieuwe molenbeek staat in verbinding met de Middelsgraaf. Het laatste deel van de Middelsgraaf heeft de vorm van een terugloopkanaaltje. Het kanaaltje doet dienst als een opvangbassin en loopt vlak langs de autoweg terug naar de Geleenbeek. Hier is een overloop om het niveau gelijk te houden. De Geleenbeek is dieper gelegd en het overtollige water van het diepste punt van Dieteren wordt afgevoerd via het terugloopkanaaltje.

Slot
Bovenstaand verslagje is een verzameling van de huidige landschappelijke kenmerken van het Dieterse. Lei Schulpen heeft me op deze eigenheden van het landschap gewezen tijdens onze gesprekken en bezichtigingen ter plaatse. Zijn toponymisch werk was de leidraad bij het samenstellen van dit artikel.
Wat betreft het historische aspect van dorp en directe omgeving hoop ik nog vaak met Lei op stap te kunnen gaan en me door hem te laten adviseren bij het schrijven van eventueel verdere stukjes.
Hij heeft zijn informatie verzameld in talloze gesprekken met leeftijdgenoten van zijn ouders en grootouders Een steeds terugkerend thema hierbij was de wateroverlast, vandaar deze beschrijving van enige waterlopen.
De Middelsgraaf wordt binnenkort weer heringericht. Hierover is op 28 april j.l. een info- avond geweest.
Laten we hopen dat deze herinrichting het landschap en daarmee het dorp ten goede komt.
De lezer wordt verwezen naar het werk van Lei Schulpen:
DIETEREN, ZO WAS HET ZO IS HET,VAN KALVERWEI TOT TATERBOS.
Met dank aan Lei
Jan Bus










Heeft U een suggestie of opmerking, mail naar info@deetere.nl