Dieteren 1821: een fatale messteek Inleiding Moord en doodslag komen naar de geschiedenis - en ook de huidige tijd - leert in alle landen, culturen en tijden voor. Moord is het op onwettige wijze beëindigen van het leven van een ander, waarbij een strafverzwarend element aanwezig is. Dat strafverzwarende element is de opzet om te doden; in juridische terminologie: met voorbedachten rade. Als iemand in een opwelling wordt gedood, wordt dit als doodslag aangemerkt. In het dagelijks spraakgebruik wordt dat onderscheid niet gemaakt. Als iemand een ander mens doodt, spreekt men al snel van “vermoorden”. Tweehonderd jaar geleden was dat in de gemeente Susteren het geval. Op 17 december 1821 werd Jean van Heinsbergi uit Susteren met messteken om het leven gebracht. Wie was de dader? Als verdachte van het misdrijf werd Rutger Horens uit Dieteren in mei 1822 voor het gerecht, het Hof van Assisen in Maastricht, gebracht.ii In de ‘Journal de la province de Limbourg ’ van 21 juni 1822 wordt in een kort artikel (12 regels) in het Frans verslag gedaan van de uitspraak in het strafproces tegen Rutger Horens gedaan. Ik geef de inhoud daarvan in mijn bewoordingen hierna weer. ‘De aanklacht was gericht tegen Rutger Horens. Rutger Horens was 34 jaar oud en landbouwer van beroep. Hij was geboren en woonachtig in Dieteren, gemeente Susteren, Kanton Sittard. De aanklacht luidde dat hij op 17 december 1821 Jean van Heinsberg uit Susteren een messteek had toegebracht ten gevolge waarvan Jean van Heinsberg was overleden. De beschuldigde bracht als verweer naar voren dat hij daartoe geprovoceerd was door van Heinsberg. Deze had hem geslagen en zwaar mishandeld. Het Hof was van oordeel dat dat vaststond. Het Hof veroordeelde Rutger Horens tot vijf jaren gevangenis en betaling van de kosten van het proces aan de Staat.’ Wat kunnen we zeggen van de straf? In onze ogen lijkt de door het Hof van Assisen aan Horens opgelegde gevangenisstraf redelijk. Men dient te bedenken dat in 1822 in het Koninkrijk der Verenigde Nederlanden nog in principe de Franse Code pénal gold. In het Franse Keizerrijk, waartoe ook Susteren van 1802 tot 1814 behoorde, was op 1 januari 1811 de Code pénal (wetboek van strafrecht) in werking getreden. Deze code was zeer uitgebreid. De rechter had bij een straftoemeting de keuze tussen een in de wet vastgelegd maximum en een minimum. Omdat in de Code pénal de afschrikkende werking van een straf voorop stond, bevatte zij een zeer streng strafstelsel. Als misdrijven werden in de Code pénal onder meer aangemerkt moord, doodslag, verkrachting, diefstal en mishandeling. Er werd geen onderscheid gemaakt in zwaarte en omstandigheden van een misdrijf; een in onze ogen rigide systeem. Na de Franse tijd vaardigde Willem I in de hoedanigheid van Soeverein Vorst der Vereenigde Nederlanden op 11 december 1813 een Besluit uit, “houdende bepalingen ten aanzien van de Lijfstraffelijk Regts-oefening in de Verënigde Nederlanden”: het zogenaamde “Gesel- en Worgbesluit”.iii Daarin werd de Code pénal ‘bij provisie’ gehandhaafd, “totdat daaromtrent nader zal zijn voorzien”. Dat ‘bij provisie’ heeft lang geduurd. De Code pénal bleef met wijzigingen in Nederland tot 1886 van kracht. Toen pas werd die overigens vaak gewijzigde code vervangen door het Nederlandse wetboek van strafrecht. In het rigide karakter van de Code pénal was er in 1813 al wel een verandering doorgevoerd. In het Gesel- en Worgbesluit was in artikel 9 opgenomen dat de rechters in de keus van hun straffen “acht zullen geven op den aard der misdaad, den Persoon des misdadigers, en de verzwarende of mitigerende omstandigheden, bij de misdaad hebbende plaats gehad”. Het rigide systeem werd daardoor versoepeld. Van deze verandering en de toepassing daarvan door het Hof lijkt Rutger Horens profijt gehad te hebben. Ik geef hier twee voorbeelden hoe anders en zwaarder in die tijd ook door het Hof van Assisen van Maastricht gestraft werd.
Ik teken hierbij wel aan dat in het Gesel- en Worgbesluit de scherpe kantjes van de straffen van de Code pénal waren afgehaald. In het Gesel- en Worgbesluit is in artikel 9 opgenomen dat “aan de kaak stellen” wordt vervangen door geseling of ‘te Pronkstelling op het schavot’; in mijn ogen een nogal eufemistische omschrijving van een vernederend gebeuren. Wat betreft de straf van eeuwigdurende dwangarbeid is in artikel 7 bepaald dat de “straf van altoosdurenden dwangarbeid (travaux forcés ’a perpétuité) wordt afgeschaft…..en wordt gesubstitueerd met een confinement (opsluiting) in een rasp- of tuchthuis, voor eenen termijn…niet te boven gaande een tijd van twintig achtereenvolgende jaren”. Een rasphuis was een instelling waar hout wordt geraspt voor de verfindustrie. Een tuchthuis was een gevangenis voor zwaargestraften, waar werken verplicht was. Wie was Rutger Horens? De familienaam Horens - of Hoorens - kwam in het verleden in Dieteren veelvuldig voor. Bij genealogisch onderzoek zijn veel personen met deze naam in Dieteren te vinden. Ik beperk me hierna tot Rutger Horens, zijn echtgenote, zijn (schoon)ouders en kinderen. Onze Rutger Horens is geboren in 1787 in Dieteren, gemeente Susteren, hertogdom Gelre.viii Hij is gedoopt op 9 december 1787 te Susteren. Hij wordt in documenten ook vermeld met de voornamen Roger, Rutgerus en Rutger Gerard. Hij is op 7 november 1809 te Susteren, Departement van de Roer, keizerrijk Frankrijk, op 21-jarige leeftijd gehuwd met Maria Anna Jennen,ix 25 jaar, geboren omstreeks 1784 te Neeroeteren, Graafschap Loon (Prinsbisdom Luik) en Abdijvorstendom Thorn.x Rutger Horens was ten tijde van de huwelijksvoltrekking landbouwer; Maria Anna Jennen huishoudster. Rutger Horens is op 27 januari 1831 op 43-jarige leeftijd overleden te Susteren, Provincie Limburg, Koninkrijk België, vijf jaren voor het overlijden van zijn vader. Maria Anna Jennen is op 16 april 1835 overleden te Susteren, provincie Limburg, Koninkrijk België. De ouders van Rutger Horens waren Jean Jacques (Johannes Jacobus) Horens en Mechtilde Schreurs (Schrörs). Jan Jacob Horens is op 77-jarige leeftijd op 15 juli 1836 overleden te Susteren, Provincie Limburg, Koninkrijk België. Mechtilde Schreurs is op 18 mei 1831 op 81-jarige leeftijd overleden te Susteren, provincie Limburg, Koninkrijk België. De ouders van Maria Anna waren Arnold Jeunen, geboren in 1755 en overleden in 1827 en Maria Elisabeth Janssen, geboren in 1753 en overleden in 1803. Kinderen van het echtpaar Horens-Jennen waren:
Samenvatting In dit artikel heb ik veroordeling van Rutger Horens tot vijf jaren gevangenisstraf beschreven voor het ombrengen op 17 december 1821 van Jean van Heinsberg met een messteek. Verder heb ik twee voorbeelden vermeld van zwaardere straffen in die tijd. Ten slotte heb ik summier enige gegevens van de dader en zijn naaste familieleden vermeld. Noten i Jean van Heinsberg is Johannus van Hinsberg, geboren op 22 januari 1786 te Grevenbicht-Papenhoven, overleden op 16 januari 1822 te Dieteren, Susteren. Hij is op 21 november 1818, in Susteren getrouwd met Anna Barbara van Genabeth. Anna Barbara van Genabeth is op 12 september 1782 gedoopt in Susteren. Zij is 3 november 1824 hertrouwd met Gerardus Strökens, 53 jaar oud, weduwnaar van Catharina Busch, overleden op 18 maart 1824, 74 jaar oud. Anna Barbara van Genabeth is in 1857 overleden. Anna Barbara zou volgens Henk Penders in 1840 gewoond hebben in een huis achter het kerkhof te Dieteren. ii Een Hof van Assisen bestond uit vijf raadsheren en behandelde alleen strafzaken. Het Hof kende in beginsel maar vier zittingen per jaar. De in de Franse tijd ingevoerde juryrechtspraak was in Nederland al in 1813 in het Gesel- en Worgbesluit afgeschaft. In Nederland is in 1838 bij de herziening van de rechterlijke organisatie het Hof van Assisen afgeschaft. Het Hof van Assisen van de provincie Limburg, waar toen ook nog de huidige Belgische provincie Limburg behoorde, hield zitting in het stadhuis van Maastricht. iii Het Gesel- en Worgbesluit heeft zijn benaming te danken aan de volgende bepaling (artikel 7) in het besluit: “De straf van altoosdurende dwang-arbeid (travaux forcés à perpétuité)….wordt gesubstitueerd (vervangen) door de straf van geeseling, met de strop om den hals, aan de galg vastgemaakt ….”. iv In de Code pénal staat als onterende straf “aan de kaak stellen”. De kaak is een schandpaal. Boven het hoofd van de veroordeelde moest volgens de Code pénal een bord geplaatst worden waarop met grote en leesbare letters zijn naam, beroep, woonplaats, misdaad en straf vermeld wordt. Het aan de kaak stellen had een dubbele functie. Op de eerste plaats was het de bedoeling dat de veroordeelde publiekelijk werd vernederd en te schand gezet. Op de tweede plaats moest er ook een afschrikwekkende werking voor de burgers van uit gaan om zich aan de wet te houden. v Veroordeelden tot dwangarbeid moesten worden ingezet bij de meest zware arbeid. Zij moesten aan hun voeten een kogel meeslepen of twee aan twee geketend worden als het werk waarvoor zij werden ingezet dat zou toestaan. vi De letters T P staan voor “traveaux perpétuels” (eeuwigdurende dwangarbeid). vii Bij wet van 29 juni 1854 werden in Nederland formeel de straffen ““brandmerken” en “aan de kaak stellen” afgeschaft. Zij werden overigens toen al een tijd niet meer toegepast. viii Ik vermeld ook de staten, waartoe de plaatsen van geboorte en overlijden van een aantal personen toen behoorden om een indruk te geven van het verschil tussen de toenmalige situatie en heden. ix In Belgische bronnen wordt als naam ‘Jeunen’ vermeld. x Neeroeteren en Heppeneert waren tot de Franse tijd “tweeherig”. Het Graafschap Loon en het vorstendom Thorn deelden er de soevereiniteit. xi Na haar overlijden van Maria Christina Horens is Jan Leonard Schlangen op 23 april 1841 in Susteren getrouwd met Maria Catharina Horens ( 1813-1854), met exact dezelfde voornamen en achternaam als zijn overleden eerste vrouw. Heeft U een suggestie of opmerking, mail naar info@deetere.nl
|